ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2139
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Toelating tot propedeuse aan Hogeschool na afwijzing bindend studieadvies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is aangespannen door een student, hierna te noemen [appellant], tegen de Stichting Hogeschool Rotterdam, hierna te noemen de Hogeschool. De student heeft in hoger beroep de afwijzing van zijn vordering tot toelating om zijn propedeuse aan de Hogeschool af te ronden aangevochten. De voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam had eerder op 29 september 2009 in kort geding geoordeeld dat de vordering van [appellant] niet kon worden toegewezen. De student was van mening dat hij recht had op toelating tot de propedeuse, ondanks een eerder gegeven bindend studieadvies (BSA) dat hem de toegang tot de bacheloropleiding ontzegde.
De zaak is op 20 juli 2010 door het Gerechtshof 's-Gravenhage behandeld. Het hof heeft vastgesteld dat de feiten zoals vastgesteld door de voorzieningenrechter niet zijn bestreden. De Hogeschool betwistte het spoedeisend belang van [appellant] bij zijn vordering, maar het hof oordeelde dat de student zich vóór september moest inschrijven voor een andere opleiding en dat de propedeuse van belang was voor het verkrijgen van vrijstelling bij die opleiding. Het hof oordeelde dat het spoedeisend belang bij de vordering van [appellant] aanwezig was.
Vervolgens heeft het hof de grieven van [appellant] tegen de afwijzing van zijn verzoek om toelating tot de propedeuse behandeld. Het hof oordeelde dat de voorzieningenrechter terecht had geoordeeld dat de Hogeschool niet onrechtmatig had gehandeld door de student af te wijzen. De Hogeschool had voldoende onderbouwd dat [appellant] niet voldeed aan de studie-eisen, en het hof kon zich vinden in de motivering van de voorzieningenrechter. De student had niet voldoende aangetoond dat zijn slechte studieresultaten het gevolg waren van bijzondere omstandigheden, zoals zijn suikerziekte.
Het hof heeft uiteindelijk het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd en [appellant] veroordeeld in de kosten van het principale beroep. De Hogeschool werd veroordeeld in de kosten van het incidentele beroep. Dit arrest is gewezen door de drie rechters en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.