ECLI:NL:GHSGR:2010:BM1161
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bewijskracht en stelplicht in bodemverontreinigingszaak tussen Annapark Beheer B.V. en Dutch Stone Invest I B.V.
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, gaat het om een hoger beroep van Annapark Beheer B.V. tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De zaak betreft een koopovereenkomst tussen Annapark en Oranjepark B.V. over een verontreinigd object, waarbij de verplichtingen omtrent de sanering van de bodem centraal staan. Op 9 januari 1998 werd de koopovereenkomst getekend, en op 2 februari 1998 vond de levering plaats middels een notariële akte. In deze akte werd vastgelegd dat de bodem van het object verontreinigd was en dat de verkoper, Annapark, verantwoordelijk was voor de kosten van de sanering. De rechtbank had eerder geoordeeld dat Annapark de kosten van de sanering moest dragen, wat door Annapark in hoger beroep werd bestreden.
Het hof bevestigde de bevindingen van de rechtbank en oordeelde dat Annapark contractueel verplicht was om de sanering te betalen. Het hof oordeelde dat de tekst van de leveringsakte, in combinatie met het rapport van TNO, voldoende bewijs bood voor de verplichtingen van Annapark. De grief van Annapark, die stelde dat de kosten tot en met fase II voor rekening van Oranjepark zouden komen, werd verworpen. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de saneringsverplichtingen anders waren overeengekomen dan in de notariële akte was vastgelegd.
De uitspraak benadrukt de bewijskracht van notariële akten en de stelplicht van partijen in civiele procedures. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Annapark in de kosten van het hoger beroep. Dit arrest onderstreept het belang van duidelijke afspraken in contracten en de gevolgen van het niet nakomen van deze afspraken.