ECLI:NL:GHSGR:2010:BL0046
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Cassatie
- J.C. Fasseur-van Santen
- W.A.J. van Lierop
- T.H. Tanja-van den Broek
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van wedstrijdleiders voor kart-ongeval en de onaanvaardbaarheid van exoneratie
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, staat de aansprakelijkheid van de wedstrijdleiders voor een kart-ongeval centraal. Het hof oordeelt dat de wedstrijdleiders, [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2], hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van [appellant] die het gevolg is van het ongeval dat op 25 mei 1997 heeft plaatsgevonden. De rechtbank had eerder in een vonnis van 4 april 2001 beslist dat de aansprakelijkheid uitgesloten was op basis van een vrijwaringsclausule, maar het hof komt tot de conclusie dat een beroep op deze clausule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit oordeel is gebaseerd op de ernstige verwijtbaarheid van de wedstrijdleiders, die in gebreke zijn gebleven bij het waarborgen van de veiligheid van het circuit, wat cruciaal is voor een sport met aanzienlijke risico's zoals karten.
Het hof verwijst naar eerdere arresten en overweegt dat de wedstrijdleiders verantwoordelijk zijn voor het naleven van de veiligheidsvoorschriften en dat zij in strijd met de reglementen van de KNAF hebben gehandeld door de wedstrijd op een niet goedgekeurd circuit te laten plaatsvinden. De omstandigheden van de zaak, waaronder de onverzekerbaarheid van de aansprakelijkheid en de beperkte uitkering van de ongevallenverzekering, versterken de conclusie dat de wedstrijdleiders aansprakelijk zijn voor de schade.
Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van [appellant] toe, waarbij [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] worden veroordeeld in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 19 januari 2010 en benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid in de organisatie van risicovolle sportevenementen.