ECLI:NL:GHSGR:2009:BH6976
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Kort geding
- Th.W.H.E. Schmitz
- E.J. van Sandick
- A.G. Beets
- Rechtspraak.nl
Huur van bedrijfsruimte in relatie tot dienstverlening in uitvaartcentrum
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, gaat het om een geschil tussen een huurder en de Gemeente over de kwalificatie van een huurovereenkomst. De appellanten, bestaande uit twee huurders en een vennootschap onder firma, hebben een koffiekamer in een uitvaartcentrum geëxploiteerd. De Gemeente heeft de huurovereenkomst opgezegd, wat leidde tot een rechtszaak. De kern van het geschil is of de huurovereenkomst valt onder de bepalingen van artikel 7:290 BW, dat bescherming biedt aan huurders van bedrijfsruimten, of dat het gaat om overige bedrijfsruimte onder artikel 7:230a BW.
De huurder stelt dat de overeenkomst een huurovereenkomst is die valt onder de bescherming van artikel 7:290 BW, terwijl de Gemeente betoogt dat dit niet het geval is. Het hof heeft vastgesteld dat de dienstverlening van de huurder voornamelijk plaatsvindt in directe aansluiting op begrafenis-, crematie- of gedenkplechtigheden, en dat de koffiekamer niet permanent geopend is voor het algemene publiek. Dit leidt het hof tot de conclusie dat de dienstverlening niet kan worden gelijkgesteld met een regulier horeca-bedrijf.
Het hof oordeelt dat de huurovereenkomst niet onder de bescherming van artikel 7:290 BW valt, omdat de exploitatie van de koffiekamer niet toegankelijk is voor het algemene publiek en niet voldoet aan de eisen die aan een café- of restaurantbedrijf worden gesteld. De vorderingen van de huurder worden afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij de huurder in de proceskosten wordt veroordeeld.