ECLI:NL:GHSGR:2009:BH3146
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Th.W.H.E. Schmitz
- E.J. van Sandick
- A.G. Beets
- Rechtspraak.nl
Huur van bedrijfsruimte in relatie tot exploitatie koffiekamer uitvaartcentrum
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, gaat het om de vraag of de overeenkomst tussen [Appellant 1] en de Gemeente Middelburg kan worden gekwalificeerd als een huurovereenkomst die valt onder de bepalingen van artikel 7:290 BW, of dat het gaat om een andere vorm van bedrijfsruimte. De appellanten, bestaande uit [Appellant 1], [Appellant 2] en de vennootschap onder firma V.O.F. [APPELLANT 2]-[APPELLANT 1], hebben de exploitatie van koffiekamers in een uitvaartcentrum ter hand genomen. De Gemeente Middelburg, als verhuurder, heeft de overeenkomst opgezegd en de appellanten hebben hiertegen hoger beroep ingesteld.
De kern van het geschil draait om de vraag of de exploitatie van de koffiekamers, die voornamelijk plaatsvindt in aansluiting op begrafenis-, crematie- of gedenkplechtigheden, kan worden aangemerkt als een bedrijf in de zin van artikel 7:290 BW. Het hof overweegt dat de dienstverlening van de appellanten niet kan worden gelijkgesteld met een regulier horeca-bedrijf, omdat de koffiekamer niet permanent geopend is en de exploitatie voornamelijk gericht is op specifieke groepen die een plechtigheid bijwonen. De appellanten hebben geen bewijs geleverd dat hun dienstverlening toegankelijk is voor het algemene publiek, wat een vereiste is voor de toepassing van artikel 7:290 BW.
Het hof concludeert dat de overeenkomst niet onder de bepalingen van artikel 7:290 BW valt, en bevestigt daarmee het vonnis van de kantonrechter. De appellanten worden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente in hoger beroep. Dit arrest is gewezen op 10 februari 2009 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.