ECLI:NL:GHSGR:2008:BF3716
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.W. Savelbergh
- Rechtspraak.nl
Tijdige ter post bezorging van beroepschrift in belastingzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, gaat het om de ontvankelijkheid van een beroepschrift dat door belanghebbende is ingediend tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De uitspraak van de rechtbank, gedateerd op 25 juli 2007, betrof een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2002, opgelegd door de Inspecteur, de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst. Belanghebbende, die in Zwitserland verbleef, had op 29 maart 2005, de laatste dag van de termijn, het beroepschrift ter post bezorgd. Het Hof heeft geloof gehecht aan deze stelling van belanghebbende, ondanks dat de enveloppe een poststempel met datum 30 maart 2005 droeg. Het Hof oordeelde dat het beroepschrift tijdig was ingediend, omdat het vóór het einde van de termijn ter post was bezorgd en binnen een week na afloop van de termijn was ontvangen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 20 augustus 2008, waarbij de Inspecteur vertegenwoordigd was door A. Belanghebbende was niet aanwezig, maar had telefonisch om uitstel verzocht, wat door het Hof werd afgewezen. Het Hof concludeerde dat de rechtbank de uitspraak niet in stand kon laten en dat de zaak terug moest worden verwezen naar de rechtbank voor een nieuwe beslissing op het beroep van belanghebbende. Tevens werd bepaald dat de Staat het door belanghebbende betaalde griffierecht moest vergoeden. De uitspraak werd op 2 september 2008 in het openbaar gedaan, en belanghebbende en de Inspecteur kregen de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.