ECLI:NL:GHSGR:2008:BD5882
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.W. van Rijkom
- S.R. Mellema
- N.M. van der Horst
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake indeplaatsstelling van huurovereenkomst na faillissement
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [Huurder] c.s. tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de curator van de failliete onderneming Cabout B.V. was gemachtigd om indeplaatsstelling te verzoeken. Cabout B.V. had op 18 december 2002 een huurovereenkomst gesloten met [Huurder] c.s. voor een winkelpand, maar werd op 5 oktober 2005 failliet verklaard. De curator, mr. J.H. van der Weide, heeft geprobeerd de onderneming te verkopen en heeft daarbij contact gehad met twee geïnteresseerde partijen, World of Delights B.V. (WOD) en Heinen Delftware B.V. (Heinen). WOD heeft uiteindelijk activa van Cabout gekocht, maar de onderhandelingen over de huurrechten met [Huurder] c.s. zijn niet tot overeenstemming gekomen. [Huurder] c.s. heeft op 14 oktober 2005 een nieuwe huurovereenkomst met Heinen gesloten en de huurovereenkomst met Cabout opgezegd.
De curator heeft vervolgens bij de rechtbank verzocht om WOD in de plaats te stellen van Cabout als huurster. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, maar [Huurder] c.s. is in hoger beroep gegaan. Het hof heeft de grieven van [Huurder] c.s. beoordeeld en geconcludeerd dat de curator zijn recht op indeplaatsstelling heeft verwerkt. Het hof oordeelt dat er geen zwaarwichtig belang is bij de overdracht aan WOD, en dat de curator niet heeft aangetoond dat de indeplaatsstelling noodzakelijk was voor de boedel. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van de curator af, waarbij de curator in de proceskosten wordt veroordeeld.