ECLI:NL:GHSGR:2007:BB6628

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
20 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2200294707
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging met zware mishandeling door een vader tegen zijn zoon

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 oktober 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, een vader geboren in 1955, werd beschuldigd van bedreiging met zware mishandeling van zijn 14-jarige zoon. De feiten kwamen aan het licht tijdens een zitting op 28 september 2007, waar het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De verdachte had zijn zoon bedreigd met een riek, door deze in de richting van het hoofd van zijn zoon te bewegen, en had daarbij bedreigende woorden geuit.

In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. Echter, het hof oordeelde dat het vonnis waarvan beroep niet in stand kon blijven. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten. De bewijsvoering was gebaseerd op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen waren vervat.

De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte een voorwaardelijke taakstraf zou krijgen. Het hof hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn rol als dominante vader en de problematiek met zijn zoon, die lijdt aan ADHD. Gezien deze omstandigheden en het feit dat de verdachte en zijn gezin op een wachtlijst staan voor gezinstherapie, besloot het hof geen straf of maatregel op te leggen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de overige tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002947-07
Parketnummer: 09-522601-07
Datum uitspraak: 12 oktober 2007
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 23 mei 2007 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1955,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 28 september 2007.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, zodat 38 uren subsidiair 19 dagen resteren.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
(zie de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt)
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Bedreiging met zware mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaren.
De verdachte heeft zijn 14-jarige zoon bedreigd met een riek, door deze riek in de richting van het hoofd van zijn zoon te bewegen. Tevens heeft de verdachte het slachtoffer de woorden toegevoegd, als verwoord in de bewezenverklaring.
Uit het ten aanzien van verdachte opgemaakte Voorlichtingsrapport d.d. 26 april 2007 van C. van de Pol komt naar voren dat verdachte beschouwd kan worden als een dominante vader voor zijn kinderen en in het bijzonder moeilijk om lijkt te kunnen gaan met de gedragsstoornis van zijn zoon.
Uit het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is naar voren gekomen dat de verdachte en zijn gezin inmiddels op een wachtlijst staan voor gezinstherapie, waarbij onder meer aandacht zal worden besteed aan de problematiek zoals deze zich voordoet tussen de verdachte en zijn aan ADHD lijdende zoon, het slachtoffer van het onderhavige feit.
Gelet op de persoonlijkheid van verdachte en genoemde omstandigheid, zoals die zich na het feit heeft voorgedaan, acht het hof het raadzaam te bepalen dat aan de verdachte thans geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar terzake van het bewezenverklaarde.
Bepaalt dat aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door mr. I.E. de Vries,
mr. J.M. Reinking en mr. G.J.W. van Oven, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 12 oktober 2007.