ECLI:NL:GHSGR:2007:BA5828
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- C.G. Beyer-Lazonder
- J.W. van Rijkom
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van een overeenkomst als huurovereenkomst of pachtovereenkomst met betrekking tot de teelt van medische marihuana
In deze zaak gaat het om de kwalificatie van een overeenkomst tussen verhuurders en huurders met betrekking tot een perceel grond en bijbehorende gebouwen, waar medische marihuana wordt gekweekt. De verhuurders, beheerders van een commanditaire vennootschap, hebben in eerste aanleg gevorderd dat de overeenkomst als huurovereenkomst wordt gekwalificeerd en dat de huurders tot ontruiming worden veroordeeld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er sprake is van een pachtovereenkomst en zich onbevoegd verklaard om de vorderingen te behandelen. De verhuurders hebben in hoger beroep hun vordering gewijzigd en terugverwijzing naar een andere kantonrechter gevraagd, zodat de zaak inhoudelijk kan worden behandeld.
Het hof heeft de grieven van de verhuurders beoordeeld en geconcludeerd dat de overeenkomst inderdaad als pachtovereenkomst moet worden gekwalificeerd. Het hof heeft overwogen dat de benaming van de overeenkomst niet bepalend is en dat de feitelijke omstandigheden, zoals het gebruik van het gehuurde voor de teelt van agrarische producten, leidend zijn. De verhuurders hebben betoogd dat de overeenkomst niet als pacht kan worden gekwalificeerd omdat het complex niet geschikt zou zijn voor agrarisch gebruik, maar het hof heeft deze argumenten verworpen. Het hof heeft vastgesteld dat de huurders zich bewust waren van het gebruik van het gehuurde voor de teelt van medische marihuana en dat dit de bedoeling van partijen was bij het aangaan van de overeenkomst.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de zaak verwezen naar de Pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De proceskosten van het hoger beroep zijn aangehouden, gezien de verwijzing.