ECLI:NL:GHSGR:2007:BA3481
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- C.G. Beyer-Lazonder
- J.W. van Rijkom
- E.E. de Wijkerslooth-Vinke
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over wijziging van werktijden en goed werkgeverschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door Den Hartigh Risicobeheer B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Dordrecht. De zaak betreft de wijziging van werktijden van een werkneemster, die sinds haar indiensttreding op basis van een arbeidsovereenkomst van 32 uur op woensdag vrij had. Den Hartigh heeft op 4 mei 2006 besloten dat de werkneemster niet langer op woensdag vrij kon zijn, wat leidde tot een conflict. De werkneemster heeft hiertegen geprotesteerd en een voorlopige voorziening gevorderd om het besluit van Den Hartigh te schorsen. De kantonrechter heeft deze vordering toegewezen, wat Den Hartigh heeft doen besluiten in hoger beroep te gaan.
Het hof heeft vastgesteld dat de vrije woensdag onderdeel uitmaakte van de arbeidsovereenkomst, ook al was dit niet schriftelijk vastgelegd. Het hof oordeelt dat Den Hartigh niet bevoegd was om eenzijdig de werktijden van de werkneemster te wijzigen op basis van artikel 7:613 BW, omdat er geen eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst was opgenomen. Daarnaast heeft het hof overwogen dat Den Hartigh niet voldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke belangen van de werkneemster bij de wijziging van haar werktijden. De werkneemster heeft aangegeven dat zij op woensdag vrij moest zijn vanwege persoonlijke omstandigheden, waaronder de zorg voor haar vader. Het hof concludeert dat Den Hartigh geen serieuze afweging heeft gemaakt tussen haar belangen en die van de werkneemster.
Uiteindelijk heeft het hof het hoger beroep van Den Hartigh verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Den Hartigh is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, wat de werkneemster een bedrag van € 1.142,-- oplevert. Deze uitspraak benadrukt het belang van goed werkgeverschap en de noodzaak voor werkgevers om rekening te houden met de belangen van hun werknemers bij het maken van beslissingen die hun werkpatroon beïnvloeden.