ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ4146
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M.E. In ’t Velt-Meijer
- T.W.H.E. Schmitz
- A.G. Scheele-Mülder
- Rechtspraak.nl
Ontslag van bestuurders van een stichting en wanbeheer
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, gaat het om het ontslag van bestuurders van de Stichting HogeSnelWeg (HSW) op basis van wanbeheer. A en B, de verzoekers in hoger beroep, hebben in eerste aanleg verzocht om C en D te ontslaan als bestuurders van de stichting, onder verwijzing naar artikel 2:298 BW. De rechtbank heeft het verzoek van A en B afgewezen, maar het verzoek van C en D tot ontslag van B toegewezen. A en B hebben hiertegen hoger beroep ingesteld.
De zaak draait om de oprichting van de v.o.f. HSW en de rol van de bestuurders in de stichting. A, de uitvinder van het HSW-systeem, en B hebben C en D beschuldigd van wanbeheer, omdat zij volgens hen niet adequaat zorg droegen voor de inkomsten van de stichting. C en D hebben op hun beurt B beschuldigd van het blokkeren van besluitvorming binnen het bestuur en het niet informeren van medebestuursleden over financiële zaken.
Het hof heeft de grieven van A en B verworpen en geoordeeld dat er geen sprake was van evident falend beleid door C en D. Het hof oordeelde dat de gedragingen van B, die C en D niet op de hoogte hield van belangrijke financiële informatie, wel degelijk in strijd waren met de statuten van de stichting. Het hof heeft daarom B geschorst als bestuurder van de stichting en de beschikking van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd, waarbij de kostenveroordeling in stand is gelaten.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders binnen een stichting en de voorwaarden waaronder ontslag kan plaatsvinden. Het hof concludeert dat de gedragingen van B voldoende grond opleveren voor zijn ontslag, en dat de samenwerking binnen het bestuur ernstig verstoord was.