ECLI:NL:GHSGR:2006:AY3820
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Dusamos
- A. Labohm
- C.A.R.M. van Leuven
- Rechtspraak.nl
Gezag en omgangsregeling betreffende drie minderjarige kinderen na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 21 juni 2006, staat het gezag en de omgangsregeling van drie minderjarige kinderen centraal. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 29 juli 2005 aangevochten, waarin zijn verzoek om het gezag over de kinderen te verkrijgen werd afgewezen. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft geen verweerschrift ingediend. De Raad voor de Kinderbescherming heeft als belanghebbende opgetreden. De kinderen in kwestie zijn [de oudste minderjarige], geboren op 17 oktober 1994, [de middelste minderjarige], geboren op 24 maart 1998, en [de jongste minderjarige], geboren op 4 oktober 2001.
De vader verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en een ruimere omgangsregeling vast te stellen, waarbij hij wekelijks omgang met de kinderen wenst van zaterdag 10.00 uur tot zondag 19.00 uur. Hij stelt dat de rechtbank ten onrechte zijn verzoek om het gezag over de kinderen te verkrijgen heeft afgewezen en dat de rapportage van de Raad onvolledig is. De vader beweert dat de kinderen door de moeder worden mishandeld en verwaarloosd, en vraagt om aanvullend onderzoek door de Raad.
Het hof oordeelt dat het noodzakelijk is om een deskundige te benoemen om de relatie tussen de ouders en de kinderen te onderzoeken, voordat er een beslissing kan worden genomen over het gezag en de omgang. De deskundige, mevrouw drs. ir. W. Boom-Pelle, zal worden aangesteld om een rapport op te stellen, waarbij de kosten ten laste van de rijksoverheid komen. Het hof houdt de behandeling aan tot een pro forma datum van 28 oktober 2006, om het deskundigenbericht af te wachten. De raadsheer-commissaris mr. C.A.R.M. van Leuven zal toezicht houden op het onderzoek.