ECLI:NL:GHSGR:2005:AU3099
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- O. Otto
- E. Engel
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding bij bezwaar tegen belastingaanslag
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 juli 2005 uitspraak gedaan over de vergoeding van proceskosten in bezwaar tegen een belastingaanslag. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een aanslag opgelegd door het waterschap Hollandse Delta. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 juli 2005, waarbij de Inspecteur vertegenwoordigd was door mevrouw A. De gemachtigde van de belanghebbende, B van P&MKooy Accountants en belastingadviseurs, had laten weten niet ter zitting te verschijnen.
Het Hof oordeelde dat het een belastingplichtige vrijstaat om gebruik te maken van de diensten van een derde voor het indienen van een bezwaarschrift, ongeacht zijn fiscale en juridische kennis. De vraag of de belanghebbende het bezwaarschrift zelf had kunnen opstellen, was niet relevant voor de toewijzing van de proceskostenvergoeding. Het Hof concludeerde dat het belastingbedrag dat in geschil was, onvoldoende was om te oordelen dat de zaak lichter was dan gemiddeld. De Inspecteur had geen andere feiten of omstandigheden aangedragen die dit oordeel konden onderbouwen.
Het Hof verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur voor zover deze niet had beslist op het verzoek om vergoeding van proceskosten. De belanghebbende kreeg een vergoeding van de kosten van het bezwaar vastgesteld op € 161, te betalen door het waterschap Hollandse Delta. Daarnaast werd de Inspecteur veroordeeld in de kosten van het beroep, vastgesteld op € 322, en moest het waterschap Hollandse Delta het griffierecht van € 37 aan de belanghebbende vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken, en partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.