ECLI:NL:GHSGR:2005:AU2870
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M. Reinking
- A.L.J. van Strien
- A.V. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van het tenlastegelegde gebruik van een radiozendapparaat
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 7 september 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank te Middelburg. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete van EUR 250,-, subsidiair vijf dagen hechtenis, waarvan EUR 100,- voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De zaak betrof de tenlastelegging van het gebruik van een radiozendapparaat, in strijd met artikel 10.16 lid 1 van de Telecommunicatiewet.
Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het radiozendapparaat geheel of gedeeltelijk aanwezig had gehad, dan wel had aangelegd of gebruikt. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte vrijgesproken diende te worden van het tenlastegelegde.
Het hof heeft ook een beslissing genomen over het in beslag genomen goed. De teruggave van het in beslag genomen radiozendapparaat, een oranje ACR rlb-23e, werd gelast aan de verdachte. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte vrijsprak van de beschuldigingen.
De uitspraak van het hof is gedaan in het openbaar en is geregistreerd onder het rolnummer 22-002329-05. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden, wat het hof heeft gevolgd in zijn beslissing.