ECLI:NL:GHSGR:2005:AT7751
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M.E. In ’t Velt-Meijer
- E.J. van Sandick
- A.A. Schuering
- Rechtspraak.nl
Verval van instantie en overgangsrecht in civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, betreft het een hoger beroep van Woonstichting Jutphaas, rechtsopvolger van Woningbouwvereniging Jutphaas, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank te Utrecht. De zaak draait om de vraag of de vordering tot verval van instantie kan worden toegewezen, waarbij de toepassing van het recht dat gold vóór of na de inwerkingtreding van de wijziging van het recht met betrekking tot verval van instantie op 1 januari 2002 centraal staat. Het hof overweegt dat op de datum van inwerkingtreding de zaak nog niet aanhangig was bij het gerechtshof, waardoor het nieuwe recht van toepassing is. Jutphaas had een memorie na verwijzing genomen, wat betekent dat er geen roldatum hoeft te worden bepaald voor een laatste uitstel. Het hof beslist dat de vordering tot verval van instantie niet meer behandeld hoeft te worden en bepaalt een datum voor de hoofdzaak om opnieuw ter rolle te worden uitgeroepen. De uitspraak is gedaan op 16 juni 2005, waarbij de betrokken rechters aanwezig waren en de griffier de uitspraak heeft vastgelegd.