ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5390
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Beyer-Lazonder
- A. Husson
- J. Bunt
- Rechtspraak.nl
Misbruik van procesrecht en verkeerde rechtsingang in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 3 september 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een verzoeker, aangeduid als [appellant], die in hoger beroep is gekomen tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 22 juli 2002. De verweerster in deze procedure is de Stichting Centrum Jeugdhulpverlening Haaglanden (CJH). De appellant heeft zijn hoger beroep ingesteld via een dagvaarding, wat door de verweerster als misbruik van procesrecht werd betiteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 augustus 2004 heeft de raadsman van de appellant, mr. P.H. Akenborgh, toegelicht dat de keuze voor dagvaarding bewust is gemaakt, maar dat er geen sprake is van misbruik. Hij stelde dat de processtukken niet tijdig aan hem waren overgedragen door de vorige raadsman, waardoor het niet mogelijk was om een appèlverzoekschrift tijdig in te dienen.
Het hof heeft in zijn tussenarrest het betoog van CJH over misbruik van procesrecht aangehouden tot na de mondelinge behandeling. Na de behandeling heeft het hof geoordeeld dat er inderdaad sprake is van misbruik van procesrecht, omdat de raadsman bewust de verkeerde rechtsingang heeft gekozen. Het hof oordeelde dat de omstandigheden rondom de wisseling van raadsman voor risico van de appellant komen. Bovendien heeft het hof vastgesteld dat er een aanzienlijke vertraging is opgetreden in de procedure, wat de conclusie versterkt dat de appellant niet voortvarend heeft geprocedeerd.
Het hof heeft de appellant niet ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep en hem veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van CJH zijn begroot op € 1.735,-. Deze beschikking is gegeven door de rechters M. Beyer-Lazonder, A. Husson en J. Bunt en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.