ECLI:NL:GHSGR:2003:AN9640
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. In 't Velt-Meijer
- A. Schuering
- H. Husson
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag na twee jaar ziekte
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 september 2003 uitspraak gedaan in het hoger beroep van X tegen Stichting Kunst en Cultuur Zoetermeer. X, die sinds augustus 1977 in dienst was bij de stichting, was op 4 januari 1999 arbeidsongeschikt geworden. De stichting heeft op 4 januari 2001 de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk opgezegd, waarbij X niet langer twee uren per week pianoles mocht geven. X stelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was en vroeg herstel van de dienstbetrekking of een schadevergoeding van ƒ 17.820,-. De rechtbank had de vorderingen van X afgewezen, waarna zij in hoger beroep ging.
Het hof overwoog dat de beoordeling van de onredelijkheid van het ontslag moet plaatsvinden aan de hand van de omstandigheden van het geval, met name de situatie op het moment van de opzegging. Het hof concludeerde dat de stichting een gerechtvaardigd belang had om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, gezien het feit dat X twee jaar arbeidsongeschikt was geweest en eerdere pogingen tot re-integratie niet succesvol waren. X had in de periode voor de opzegging slechts beperkte werkzaamheden verricht en het hof oordeelde dat de stichting niet verplicht was om X in dienst te houden.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en oordeelde dat de grieven van X falen. X werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de belangenafweging tussen de werkgever en de werknemer in gevallen van langdurige arbeidsongeschiktheid en de voorwaarden waaronder ontslag als kennelijk onredelijk kan worden aangemerkt.