ECLI:NL:GHLEE:2012:BY5345
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding bij binnenlands wegvervoer en vervoerdersovermacht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een geschil over schade die was ontstaan tijdens het binnenlands wegvervoer van een combine op een dieplader. De schade was het gevolg van een botsing van een open gewaaide klep met een viaduct. De appellante, die in eerste aanleg gedaagde was, stelde dat er sprake was van 'ontbrekende verpakking' en dat de schade voor rekening van de afzender kwam, zoals bedoeld in de artikelen 8:1101 en 11 AVC. De geïntimeerden, die in eerste aanleg eisers waren, betwistten deze claims en stelden dat de appellante niet voldoende maatregelen had genomen om de schade te voorkomen.
Het hof oordeelde dat de appellante niet kon bewijzen dat haar chauffeur de trap van de combine niet had kunnen gebruiken om de lading te inspecteren. De appellante had slechts in algemene termen bewijs aangeboden, wat niet voldeed aan de eisen die in hoger beroep aan bewijslevering worden gesteld. Het hof concludeerde dat het beroep op vervoerdersovermacht niet kon worden aanvaard, omdat de door de appellante gestelde feiten niet als vaststaand konden worden aangenomen. Hierdoor faalden alle grieven van de appellante en werd het vonnis waarvan beroep bekrachtigd, met veroordeling van de appellante in de kosten van het geding in hoger beroep.
In de vrijwaringszaak tussen de appellante en een van de geïntimeerden werd eveneens het vonnis bekrachtigd, met een kostenveroordeling voor de appellante. Het hof verklaarde de geïntimeerden in hun voorwaardelijk incidenteel appel niet-ontvankelijk, maar veroordeelde hen wel in de proceskosten van de andere geïntimeerde. De uitspraak werd gedaan op 4 december 2012.