ECLI:NL:GHLEE:2012:BY5316
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering op basis van kredietovereenkomst en bewijsaanbod
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van de curatoren van DSB Bank N.V. tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De curatoren hebben in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, die zij beschuldigen van het niet nakomen van een kredietovereenkomst. De rechtbank heeft de vordering afgewezen op grond van verjaring, omdat de geïntimeerde had betwist dat er een overeenkomst was gesloten en had aangevoerd dat hij geen aanmaningen had ontvangen. De curatoren hebben hoger beroep ingesteld en stellen dat de verjaring is gestuit door diverse aanmaningen die aan de geïntimeerde zijn gestuurd. Het hof oordeelt dat de curatoren niet voldoende bewijs hebben geleverd dat de aanmaningen de geïntimeerde hebben bereikt. De curatoren hebben geen gespecificeerd bewijsaanbod gedaan, waardoor het hof niet kan concluderen dat de verjaring rechtsgeldig is gestuit. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de curatoren in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in zaken van verjaring en de verplichting van de eisende partij om aan te tonen dat aanmaningen zijn ontvangen.