ECLI:NL:GHLEE:2012:BY4285
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling vaderschap en hoger beroep door ambtenaar van de burgerlijke stand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 15 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van het vaderschap van een minderjarige. De ambtenaar van de burgerlijke stand had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Leeuwarden, waarin was vastgesteld dat de man, [belanghebbende], de vader is van het kind, [kind]. De rechtbank had op 30 november 2011 geoordeeld dat de man de biologische vader is, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand betwistte deze vaststelling, omdat er geen huwelijksakte of identiteitsbewijs van de moeder was overgelegd. De moeder had gesteld dat zij en de man in 2010 in Noord-Irak waren gehuwd, maar kon dit niet aantonen.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand in het hoger beroep bevestigd, op grond van zijn wettelijke taken als belanghebbende. Het hof heeft vervolgens de feiten en omstandigheden beoordeeld, waaronder het ontbreken van de huwelijksakte en de identiteitsdocumenten van de moeder. Ondanks deze tekortkomingen oordeelde het hof dat er geen bewijs was dat de moeder met een andere man was gehuwd, en dat de man de verwekker van het kind was. Het hof concludeerde dat aan de voorwaarden voor de vaststelling van het vaderschap was voldaan, en dat er geen beletselen waren om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen.
De beslissing van het hof leidde tot de bekrachtiging van de eerdere beschikking van de rechtbank, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van de bewijsvoering in zaken van vaderschapsvaststelling en de rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand in dergelijke procedures.