2. Deze feiten, aangevuld met feiten die in hoger beroep zijn komen vast te staan, luiden als volgt.
2.1 [appellante] is een coöperatie die zich bezig houdt met de verwerking van "fabrieksaardappelen" geleverd door haar leden.
2.2 [geïntimeerden] waren in 2007 en 2008 lid van [appellante] en in het bezit van aandelen daarvan.
2.3 De leden van [appellante] sluiten jaarlijks teeltcontracten met [appellante] af betreffende de teelt van aardappelen, waarbij zij in beginsel enerzijds het recht hebben om conform deze contracten aardappelen aan [appellante] te leveren en anderzijds ook verplicht zijn aardappelen aan [appellante] te leveren.
2.4 In de statuten van [appellante] zijn de volgende bepalingen opgenomen:
(…)
Artikel 2
1. De coöperatie stelt zich ten doel in stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens overeenkomsten met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoefte uitoefent of doet uitoefenen.”
(…)
Artikel 5
(…)
8. Het bestuur is bevoegd aan een lid, dat in strijd handelt met de statuten, reglementen, de belangen van de coöperatie of besluiten, genomen door een orgaan van de coöperatie, een boete op te leggen waarvan het maximum bijhuishoudelijk reglement wordt vastgesteld.”
(…)
Artikel 8
1. Met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel wordt het leveringsrecht en de leveringsplicht van het lid belichaamd in het zetmeelequivalent dat telkenjare aan het lid door middel van een teeltcontract wordt toegewezen. Deze toewijzing geschiedt door het bestuur, na voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen, met inachtneming van de alsdan toepasselijke voorschriften die door of namens de autoriteiten van de Europese Unie worden uitgevaardigd.
2. Het aldus toegewezen zetmeelequivalent komt overeen met ten hoogste 30 ton aardappelen veldgewicht per aandeel dat het lid op zijn naam heeft staan.
3. Op straffe van een boete voor iedere ton welke niet of te weinig geleverd wordt heeft elk lid het recht en de plicht het aan hem toegewezen zetmeelequivalent afkomstig van het door hem uitgeoefende eigen landbouwbedrijf, aan de coöperatie te leveren.
Onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 4, is respectievelijk zijn een gewezen lid, dan wel zijn erven en/of rechtverkrijgenden verplicht in het kalenderjaar, waar zijn lidmaatschap is geëindigd aan de in dit lid bedoelde leveringsplicht te voldoen, respectievelijk opgelegde boeten te betalen, zolang overdracht als bedoeld in artikel 7 niet heeft plaatsgevonden.
4. Het bedrag der bovenvermelde boete wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur, na voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen.
(…)
Artikel 23
1. Van de in artikel 3, leden 4 en 7, artikel 5, leden 4, 6 en 8 en artikel 6 lid 6 voorziene mogelijkheid van beroep, wordt, tegelijk met de betreffende voor beroep openstaande beslissing, aan de betrokkene mededeling gedaan bij aangetekend schrijven. Het beroep moet binnen dertig dagen na ontvangst van dat schrijven worden ingesteld.
(…)
Artikel 29
1. In de gevallen waarin de Statuten en het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist het bestuur.
3. De uitlegging van de bepalingen van de statuten en van het huishoudelijk reglement berust bij de raad van commissarissen behoudens beroep op de algemene ledenvergadering.
(...)"
2.5 In artikel 7 van het Huishoudelijke reglement is het volgende bepaald:
"Het maximum van de in artikel 5 lid 8 van de statuten bedoelde boete bedraagt €1,- per 100 kg aardappelen leveringsplicht als bedoeld in artikel 8 lid 1 van de statuten".
2.6 EG Verordening nr. 2236/2003 bepaalt, voor zover relevant:
Artikel 1
“ In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:
(…)
e) “teeltcontract”: elk contract tussen telers of een groepering van telers enerzijds,en een aardappelmeelbedrijf anderzijds.”
(…)
Artikel 3
1. Voor elk verkoopseizoen wordt een teeltcontract gesloten. Elk contract heeft een identificatienummer en bevat ten minste de volgende gegevens:
(…)
e) het verwachte gemiddelde zetmeelgehalte van de aardappelen op basis van het gemiddelde zetmeelgehalte van de in de voorbije drie verkoopseizoenen door de teler aan het aardappelmeelbedrijf geleverde aardappelen of, indien deze informatie niet beschikbaar is, op basis van het gemiddelde zetmeelgehalte in het betrokken toeleveringsgebied.
(…)
5. Een aardappelmeelbedrijf mag geen aardappelen afnemen waarvoor geen teeltcontract is gesloten.”
2.7 Bij brief van 28 maart 2007 heeft [appellante] haar leden geïnformeerd over de dan aankomende campagne. In deze brief staat, voor zover relevant:
(…)
“Als keerzijde van dit stimuleringsbeleid willen we ook het sanctiebeleid, zoals dat in de statuten van de coöperatie is geborgd, actief handhaven, zowel voor 2006/07, als voor 2007/08.”
2.8 Door het bestuur van [appellante] is aan [geïntimeerden] bij besluiten van 25 juli 2008 een boete opgelegd. In alle besluiten aan [geïntimeerden] is, voor zover relevant, opgenomen:
“Hierbij refereren wij aan eerdere correspondentie waarin [appellante] heeft aangegeven bijzonder te hechten aan het vervullen van de leveringsplicht door haar leden-aandeelhouders. In onze brief van 28 maart 2007, onze referentie (…), is bijvoorbeeld het belang van optimale levering van aardappelen door de leden uiteengezet.
In deze brief is ook aangekondigd dat sanctiemaatregelen op basis van de Statuten van de Coöperatie en aanvullende regelgeving, geldend binnen [appellante] zullen worden toegepast.
Voor het teeltjaar 2007 (en/of 2008) hebben wij van u geen ondertekend teeltcontract mogen ontvangen. Door het niet insturen van een dergelijk contract handelt u in strijd met de statuten en reglementen, alsmede de belangen van de coöperatie.
Met inachtneming van de bepalingen van de statuten, meer in het bijzonder artikel 5 lid 8, heeft het bestuur van [appellante] daarom besloten u een boete op te leggen van Euro 1,- per 100 kg (ofwel 10 Euro per ton) aardappelen leverplicht.
(…)
2.9 Op basis van het aantal aandelen dat de in het geding betrokken leden op hun naam hadden staan, zijn boetes opgelegd voor niet nakomen van de leverplicht voor de teeltjaren 2007 en/of 2008 van respectievelijk:
EUR 6.700,00 voor [g1],
EUR 26.950,00 voor [g2],
EUR 5.896,00 voor [g3],
EUR 7.546,00 voor [g4],
EUR 40.425,00 voor [g5],
EUR 10.569,00 voor [G6] en
EUR 10.184,00 voor [g7].
2.10 Tegen de besluiten van het bestuur van [appellante] van 25 juli 2008 is door
[geïntimeerden] tijdig beroep ingesteld bij de raad van commissarissen van [appellante].
2.11 Bij besluiten van 30 september 2008 en 8 oktober 2008 zijn de aan [geïntimeerden] opgelegde boetes door de raad van commissarissen van [appellante] gehandhaafd, met uitzondering van de voor oogstjaar 2008 aan [g2] opgelegde boete van EUR 13.400,00. Deze boete is door de raad van commissarissen om redenen van coulance ingetrokken.