ECLI:NL:GHLEE:2012:BX9214

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
2 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.101.967/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot afsluiting van gas en elektriciteit door netbeheerder Enexis B.V. na ontbinding van leveringsovereenkomst

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van Enexis B.V. tegen een geïntimeerde die niet verschenen was. De zaak betreft de afsluiting van gas en elektriciteit van de geïntimeerde, die een overeenkomst had met Energie:direct B.V. voor de levering van energie. Deze overeenkomst werd ontbonden per 22 maart 2011, waarna Enexis de geïntimeerde op de hoogte stelde van de gevolgen van deze ontbinding. Ondanks herhaalde pogingen om contact te leggen, heeft de geïntimeerde geen nieuwe overeenkomst afgesloten, wat leidde tot de vordering van Enexis om de aansluitingen af te sluiten.

In eerste aanleg werd de vordering van Enexis afgewezen omdat de kantonrechter oordeelde dat er geen verwijzing naar schuldhulpverlening had plaatsgevonden, zoals vereist door de wet. Enexis ging in hoger beroep en voerde aan dat de kantonrechter ten onrechte had geoordeeld dat een verwijzing naar schuldhulpverlening noodzakelijk was, aangezien er geen overeenkomst meer bestond tussen de geïntimeerde en een energieleverancier.

Het hof oordeelde dat de vordering van Enexis niet ongegrond of onrechtmatig was, omdat de situatie van de geïntimeerde voldeed aan de uitzonderingen op de wettelijke regeling. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter voor zover het de vordering tot afsluiting van gas en elektriciteit betrof en machtigde Enexis om de werkzaamheden uit te voeren. Tevens werd de geïntimeerde veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak voor netbeheerders om hun rechten te kunnen uitoefenen in situaties waarin geen leverancier bekend is.

Uitspraak

Arrest d.d. 2 oktober 2012
Zaaknummer 200.101.967/01
Zaaknr. rechtbank: 331405 CV EXPL 11-7753
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Enexis B.V. ,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Enexis,
advocaat: mr. H.T. Meijer, kantoorhoudende te Assen,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
niet verschenen.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het (verstek) vonnis uitgesproken op 6 december 2011 door de rechtbank Assen, sector kanton, locatie Assen (hierna: de kantonrechter).
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 6 februari 2012 is door Enexis hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 13 maart 2012.
[geïntimeerde] is in hoger beroep niet verschenen en tegen haar is verstek verleend.
Enexis heeft een memorie van grieven genomen waarvan de conclusie als volgt luidt:
"dat het gerechtshof te Leeuwarden zal vernietigen, voor zover het de afwijzing van de vordering inhoudende het afsluiten van gas en elektriciteit betreft, het vonnis van 6 december 2011 door de rechtbank Assen, sector kanton, locatie Assen, tussen partijen gewezen, en, opnieuw recht doende bij arrest, één en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, appellante alsnog te machtigen werkzaamheden te verrichten aan het verbruiksadres, bestaande uit het afsluiten van het verbruiksadres van gas en elektriciteit en het opnemen van de meterstanden en geïntimeerde te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat de voornoemde werkzaamheden worden verricht aan het verbruiksadres, alsmede geïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instanties, te voldoen binnen veertien dagen na het te dezen te wijzen arrest, en - voor het geval voldoening binnen genoemde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, vanaf veertien dagen nadat het vonnis is gewezen, met nakosten en kosten van eventuele betekening."
Ten slotte heeft Enexis de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
Enexis heeft twee grieven opgeworpen.
De beoordeling
de feiten
1.1 Nu tegen [geïntimeerde] zowel in eerste aanleg als in hoger beroep verstek is verleend, zal het hof uitgaan van de door Enexis gestelde feiten die - in het kort - op het volgende neerkomen.
1.2 Tussen [geïntimeerde] en energieleverancier Energie:direct B.V. gold een overeenkomst tot levering van energie op het adres [adres] te [woonplaats] ten behoeve van [geïntimeerde]. Deze overeenkomst is door Energie:direct B.V. per 22 maart 2011 ontbonden.
1.3 Energie:direct B.V. maakte voor de levering van energie aan [geïntimeerde] gebruik van het netwerk van netbeheerder Enexis.
1.4 Per brief van 22 februari 2011 heeft Enexis [geïntimeerde] gewezen op de consequenties van de contractbeëindiging door Energie:direct B.V. per 22 maart 2011, te weten dat gas en elektriciteit zullen worden afgesloten wanneer op 23 maart 2011 geen nieuwe leveringsovereenkomst met een energieleverancier is afgesloten en dat voor af- en heraansluiting kosten in rekening zullen worden gebracht.
1.5 Omdat Enexis op 23 maart 2011 geen bericht had ontvangen dat ten behoeve van het leveringsadres van [geïntimeerde] een nieuwe leveringsovereenkomst was afgesloten, heeft Enexis bij brief van gelijke datum aan [geïntimeerde] medegedeeld dat tot afsluiting van haar woning van gas en elektriciteit zal worden overgegaan.
1.6 Op 25 maart 2011 en 19 april 2011 zijn twee medewerkers van Enexis bij [geïntimeerde]s woning langs geweest. Beide keren gaf [geïntimeerde] niet thuis en hebben de medewerkers een brief achtergelaten.
1.7 Het door Enexis ingeschakelde AGC Gerechtsdeurwaarders en Incasso Drenthe (hierna: AGC) heeft bij brieven van 30 juni 2011 en 6 juli 2011 [geïntimeerde] verzocht en voor zover nodig gesommeerd om binnen twee dagen contact met hen op te nemen om voor de afsluiting een afspraak te maken.
1.8 Op 12 juli 2011 is er telefonisch contact geweest tussen een medewerker van AGC en [geïntimeerde]. [geïntimeerde] heeft toen toegezegd voor het einde van die week een nieuw leveringscontract te zullen afsluiten en het deurwaarderskantoor hierover nader te zullen berichten. [geïntimeerde] heeft hierna niets meer van zich laten horen.
1.9 Op 7 augustus 2011 is er tweemaal telefonisch contact geweest tussen medewerkers van AGC en de Gemeentelijke Kredietbank. De Gemeentelijke Kredietbank heeft in het tweede gesprek aangegeven dat het [geïntimeerde] niet kon helpen bij het zoeken van een nieuwe leverancier en dat een maatschappelijk werker hierbij zou gaan helpen.
de vorderingen in eerste aanleg en de beoordeling daarvan
2.1 Enexis heeft gevorderd - samengevat - haar te machtigen werkzaamheden te verrichten aan [geïntimeerde]s verbruiksadres, bestaande uit het afsluiten van gas en elektriciteit en het opnemen van de meterstanden en [geïntimeerde] te veroordelen dat zij het verrichten van deze werkzaamheden door Enexis zal toelaten. Daarnaast heeft Enexis gevorderd veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van € 235,53 aan door Enexis geleden schade met betrekking tot de netwerkkosten, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van deze procedure.
2.2 Bij het bestreden verstekvonnis heeft de kantonrechter de vorderingen tot voldoening van € 235,53, vermeerderd met wettelijke rente, en tot veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten, toegewezen. Het meer of anders gevorderde heeft de kantonrechter afgewezen, met de overweging dat de vorderingen tot het afsluiten van gas en elektriciteit worden afgewezen, nu niet is gebleken dat er een aanbod tot dan wel verwijzing naar het hulpverleningstraject heeft plaatsgevonden.
beoordeling van de grieven
3.1 Het hof stelt voorop dat op grond van art. 139 Rv in samenhang met art. 353 Rv de regeling van verstek ook in hoger beroep van toepassing is. Uitgangspunt op de voet van art. 139 Rv is dat de vorderingen worden toegewezen, tenzij deze het hof onrechtmatig of ongegrond voorkomen. In het licht van het (verstek)vonnis in eerste aanleg zal het hof hierbij beoordelen of de aangevoerde grieven mee¬brengen dat die uitspraak (deels) moet worden vernietigd.
3.2 Met grief 1 komt Enexis op tegen het oordeel van de kantonrechter dat de vordering ten aanzien van het afsluiten van gas en elektriciteit wordt afgewezen, nu niet is gebleken dat er een aanbod tot dan wel verwijzing naar het hulpverleningstraject heeft plaatsgevonden. Hierbij stelt Enexis dat de kantonrechter (met zijn verwijzing naar het hulpverleningstraject) kennelijk heeft gedoeld op art. 3 lid 2 van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas (hierna: de Regeling), in welke bepaling een verwijzing naar schulphulpverlening aan de orde is. Volgens Enexis is deze bepaling echter alleen van toepassing op wanbetaling en daar zou volgens Enexis in de onderhavige zaak geen sprake van zijn; grondslag voor de afsluiting is hier dat er geen overeenkomst bestaat tussen [geïntimeerde] en een energieleverancier en daarop zijn art. 5 sub d (bedoeld wordt kennelijk: 5 sub e) en art. 8 lid 1 sub d van de Regeling van toepassing. Een aanbod tot dan wel verwijzing naar het (schuld)hulpverleningstraject is hierbij volgens Enexis niet aan de orde.
3.3 Het hof overweegt als volgt. In art. 95b van de Elektriciteitswet 1998 en in art. 44 van de Gaswet zijn enkele bepalingen opgenomen omtrent het voorkomen van de afsluiting van kleinverbruikers (zoals [geïntimeerde]) van gas en elektriciteit. De Regeling is een uitvloeisel van de leden 8 van deze respectievelijke bepalingen. Het voornaamste doel van de Regeling is te voorkomen dat kleinverbruikers in de winterperiode worden afgesloten. Tevens beoogt de Regeling het oplopen van betalings¬achterstanden bij kleinverbruikers te voorkomen. Om deze doelstellingen te bereiken, wordt een kleinverbruiker ingevolge de artikelen 7 en 8 van de Regeling in de wintermaanden (oktober tot en met maart) in beginsel niet afgesloten en voorziet de Regeling in minimumvereisten voor de incassoprocedure door netbeheerders en vergunninghouders. Deze minimumvereisten houden (onder meer) in dat de netbeheerder of de vergunninghouder op grond van art. 3 lid 2 van de Regeling de kleinverbruiker bij een schriftelijke betalingsherinnering dient te wijzen op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening, alsmede aan te bieden om (met schriftelijke toestemming van de kleinverbruiker) de contactgegevens en informatie over de hoogte van diens schuld te verstrekken aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening. Eén van de uitzonderingen op het verbod om kleinverbruikers af te sluiten in de wintermaanden en voor het in acht nemen van de minimumvereisten bij betalingsachterstanden, is de situatie waarin bij de netbeheerder geen vergunninghoudende leverancier bekend is. Enexis, de netbeheerder, stelt dat zich in het geval van [geïntimeerde] een dergelijke uitzondering voordoet. Doordat Energie:direct B.V. het contract met [geïntimeerde] heeft ontbonden, is bij Enexis niet langer een vergunninghoudende leverancier van gas en electriciteit bekend. Deze stelling is door [geïntimeerde] niet betwist, zodat het hof dit als vaststaand aanneemt. Op grond hiervan komt het hof de vordering van Enexis, die ertoe strekt dat [geïntimeerde] wordt afgesloten van gas en electriciteit, ongegrond noch onrechtmatig voor, zodat deze voor toewijzing in aanmerking komt. Grief 1 slaagt aldus.
3.4 Met grief 2 klaagt Enexis erover dat de kantonrechter niet heeft geoordeeld over haar vordering tot het opnemen van de meterstanden bij het verbruiksadres. Nu het hof hiervoor heeft geoordeeld dat de vordering strekkende tot afsluiting van elektriciteit en gas het hof niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, kan ook de minder verstrekkende vordering tot machtiging van Enexis om de meterstanden op te nemen en tot veroordeling van [geïntimeerde] om dat toe te laten, worden toegewezen. Ook grief 2 slaagt derhalve.
slotsom
4 Het vonnis waarvan beroep dient te worden vernietigd voor zover aangevochten. De vorderingen van Enexis, die erop neerkomen dat Enexis de meterstanden op het verbruiksadres van [geïntimeerde] opneemt en aldaar de aansluitingen van gas en electriciteit afsluit en dat [geïntimeerde] deze werkzaamheden moet toelaten, zullen alsnog worden toegewezen. [geïntimeerde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de (geliquideerde) kosten van het hoger beroep (salaris advocaat: 1 punt, tarief II).
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis van de kantonrechter van 6 december 2011 voor zover de vorderingen van Enexis daarbij zijn afgewezen;
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
machtigt Enexis om op het verbruiksadres [adres] te [woonplaats] de aansluitingen van gas en electriciteit af te sluiten en de meterstanden op te nemen;
veroordeelt [geïntimeerde] om voormelde werkzaamheden toe te laten;
verklaart voormelde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad;
bekrachtigt het aangevallen vonnis voor het overige;
veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in hoger beroep en stelt die aan de zijde van Enexis tot aan deze uitspraak vast op € 742,17 aan verschotten en op € 894,- aan geliquideerd salaris van de advocaat;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Aldus gewezen door mrs. K.E. Mollema, voorzitter, H. de Hek en L. Groefsema en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 2 oktober 2012 in bijzijn van de griffier.