De beoordeling
de feiten
1 Tegen de weergave van de vaststaande feiten door de kantonrechter in het vonnis van 7 april 2010 zijn geen grieven opgeworpen, zodat het hof van deze feiten zal uitgaan. Deze feiten komen, samen met hetgeen overigens over de feiten is komen vast te staan, op het volgende neer.
1.1 Interwerk drijft een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de detachering van tijdelijk personeel. [appellante] is op 1 augustus 2006 in dienst getreden bij Interwerk in de functie van senior financieel consulent op basis van een dienstverband voor onbepaalde tijd.
1.2 In de door partijen op 29 juni 2006 ondertekende arbeidsovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
"(...)
2.5 Bij beëindiging van het contract is een concurrentiebeding van toepassing, zoals genoemd in de bij dit contract behorende Algemene Arbeidsvoorwaarden Interwerk. Bij overtreding van dit beding geldt een boete zoals genoemd in de bij deze overeenkomst behorende Arbeidsvoorwaarden. (...)
De Algemene Arbeidsvoorwaarden Medewerkers Interwerk, welke bijlage bij de arbeidsovereenkomst door [appellante] per pagina is geparafeerd, luiden onder meer als volgt:
"Artikel 23 Concurrentiebeding en nevenactiviteiten
23.1 Het is de medewerker niet toegestaan, zonder schriftelijke toestemming van Interwerk, gedurende de arbeidsovereenkomst en na het einde hiervan, gedurende een tijdvak van 12 maanden, in enigerlei vorm een zaak gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van de werkgever te vestigen, drijven, mede drijven of doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect, als ook financieel in welke vorm dan ook bij een dergelijke zaak enig belang te hebben, noch daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam te zijn, al dan niet in dienstbetrekking, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, noch daarin aandeel te hebben.
23.2 Het is de medewerker niet toegestaan na afloop van de arbeidsovereenkomst gedurende een tijdvak van 12 maanden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Interwerk, werkzaamheden te verrichten voor klanten van Interwerk, waar hij/zij in deze periode voor Interwerk gedetacheerd is geweest of in het kader van de functie van betrokken medewerker zaken mee heeft gedaan.
23.3 (...)
23.4 Niet nakoming van het bepaalde in artikel 23 onder 1, 2 en 3 heeft tot gevolg dat per gebeurtenis een direct opeisbare boete van maximaal € 11.000,00 per gebeurtenis en tevens € 450,00 per dag dat hij in overtreding is, verschuldigd is aan Interwerk, onverminderd het recht van Interwerk om volledige schadevergoeding te vragen."
1.3 Laatstelijk (vanaf 1 januari 2007) vervulde [appellante] de functie van business unit manager middelen. In de hiertoe door Interwerk opgestelde arbeidsovereenkomst (gedateerd 27 december 2006) is onder meer opgenomen dat een concurrentie¬beding van toepassing is zoals genoemd in de Algemene Arbeidsvoorwaarden Medewerkers Interwerk. Art. 2.5 van deze arbeidsovereenkomst luidt verder:
"Dit houdt in dat gedurende één jaar na beëindiging van het contract geen werkzaamheden voor klanten respectievelijk concurrenten mogen worden verricht, zonder schriftelijke toestemming van Interwerk. (...) Bij overtreding van dit beding geldt een boete zoals genoemd in de bij deze overeenkomst behorende Arbeidsvoorwaarden. (...)"
In art. 8 van de arbeidsovereenkomst van 27 december 2006 is bepaald dat "de in bezit zijnde Algemene Arbeidsvoorwaarden medewerkers Interwerk BV" van toepassing zijn. Deze arbeidsovereenkomst is door [appellante] niet ondertekend en/of geparafeerd, maar partijen hebben wel gedurende circa anderhalf jaar uitvoering gegeven aan de arbeidsovereenkomst van 27 december 2006.
1.4 [appellante] heeft via Interwerk onder meer gewerkt voor de gemeente Kampen, zowel in 2006 als in 2007.
1.5 Op enig moment zijn Interwerk en [appellante] gebrouilleerd geraakt en hebben vervolgens onderhandeld over beëindiging van het dienstverband. De onderhandelingen zijn begeleid door een mediator van de Arbo Unie. [appellante] heeft tijdens die onderhandelingen regelmatig (in ieder geval per e-mail) contact gehad met haar advocaat en ook Interwerk heeft zich ter zake laten adviseren door haar advocaat. Op 29 april 2008 is een vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. Voor zover relevant houdt de vaststellingsovereenkomst het volgende in: "(...)
? Per 1 juli 2008 ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van wederzijds goedvinden.
? Met een uitkering van 4,5 maandsalarissen, berekend conform de kantonrechtersformule, waarbij factor C = 1.
? (...)
? Exclusief uitbetaling van vakantiedagen.
? Opbouw vakantiegeld 2008 wordt uitbetaald.
? Concurrentiebeding is niet van toepassing.
? Relatiebeding is wel van toepassing, voor de duur van 1 jaar, voor de navolgende klanten:
- Gemeente Kampen
- Gemeente Heerhugowaard
- Gemeente Dronten
- Gemeente Raalte
(...)
? Partijen verlenen elkaar na voldoening over en weer finale kwijting."
1.6 De gemeente Kampen heeft [appellante] benaderd voor tijdelijke werkzaamheden op de afdeling financiën. Nadat zij door [appellante] op het relatiebeding is gewezen, heeft de gemeente Kampen Interwerk hierover benaderd. Vervolgens heeft [appellante] bij brief van 26 november 2008 schriftelijke toestemming aan Interwerk gevraagd om tijdelijke werkzaamheden voor de gemeente Kampen te verrichten. In haar reactie heeft Interwerk erop gewezen dat zij in de onder¬hande¬lingen die hebben geleid tot de vaststellingsovereenkomst van 29 april 2008, heeft aangeboden om het concurrentiebeding én het relatiebeding te laten vervallen, mits er geen kantonrechtersformule op de ontbinding zou worden toegepast. Interwerk schrijft verder dat zij, gelet op de voorgeschiedenis, bereid is om het relatiebeding te laten vervallen onder voorwaarde dat [appellante] drie bruto maandsalarissen plus vakantiegeld betaalt. Na repliek van [appellante], die één bruto maandsalaris aanbood, heeft Interwerk haar voorwaarde verlaagd tot tweeëneenhalf maandsalaris plus vakantiegeld. Ook dit aanbod is door [appellante] niet aanvaard, waarop Interwerk bij brief van 12 december 2008 de gevraagde toestemming heeft geweigerd.
1.7 [appellante] is begin 2009 begonnen met werkzaamheden voor de gemeente Kampen.
1.8 De voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, heeft [appellante] bij vonnis in kort geding van 15 april 2009 verboden om na betekening van het vonnis werkzaamheden te verrichten voor de gemeente Kampen voor de resterende duur van de looptijd van het relatiebeding op straffe van verbeurte van een dwangsom. Na betekening van dit vonnis heeft [appellante] haar werkzaamheden voor de gemeente Kampen per 21 april 2009 gestaakt.