ECLI:NL:GHLEE:2012:BX2685
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- M.C.D. Boon-Niks
- E.C. Smits
- Rechtspraak.nl
Loonvordering in het kader van een cao voor het kappersbedrijf
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een loonvordering van een voormalige werknemer in de kappersbranche, hierna te noemen [appellante], tegen haar oud-werkgever, [geïntimeerde]. De zaak is voortgekomen uit een eerder arrest van 6 december 2011, waarin het hof had overwogen dat [appellante] na 2 december 2004 in de referentiefunctie haarstylist 1 had moeten worden ingeschaald. Het hof verwees de zaak naar de rol om [geïntimeerde] de gelegenheid te geven een nadere berekening van het nog aan [appellante] toekomende salaris over te leggen. In de onderhavige uitspraak van 24 juli 2012 heeft het hof de vordering van [appellante] tot betaling van achterstallig loon toegewezen, waarbij het hof het bedrag van € 4.513,31 bruto aan achterstallig loon en € 2.256,66 bruto aan wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW toekende. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van beide instanties, die in totaal op € 3.000,00 werden begroot.
Het hof oordeelde dat de vordering van [appellante] tot betaling van de wettelijke rente vanaf de dag der opeisbaarheid eveneens toewijsbaar was, aangezien hiertegen geen verweer was gevoerd. De vordering tot verstrekking van een deugdelijke bruto-nettospecificatie werd eveneens toegewezen, omdat deze niet was weersproken door [geïntimeerde]. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en besliste opnieuw, waarbij het de vordering van [appellante] in grote lijnen toewijsde, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten die niet voldoende waren onderbouwd. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers in het kader van loonbetalingen en de noodzaak voor een correcte berekening van achterstallig loon.