De vaststaande feiten
2. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2.1. tot en met 2.7. van genoemd vonnis d.d. 7 juli 2010 is geen grief ontwikkeld, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.
Deze feiten luiden:
2.1. Partijen zijn op 5 september 1997 met elkaar gehuwd onder het maken van huwelijkse voorwaarden.
2.2. Bij beschikking van de rechtbank Assen van 7 november 2007 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Voormelde beschikking is op 17 december 2007 ingeschreven in de daartoe bestemde registers van de Burgerlijke Stand.
2.3. Partijen hebben in onderling overleg afspraken gemaakt over de gevolgen van hun echtscheiding. Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant dat op respectievelijk 28 en 31 juli 2007 door partijen is getekend (prod. 2 bij inleidende dagvaarding).
2.4. In het convenant is onder meer het volgende vastgelegd:
‘2.1. Uit een berekening die aan deze overeenkomst zal worden gehecht blijkt, dat de man en de vrouw over en weer geen alimentatie behoeven te voldoen. Partijen zijn bij wege van vaststellingsovereenkomst overeengekomen dat de man aan de vrouw een bedrag zal voldoen bij wijze van verrekening van drie en veertigduizend tweehonderd negen en dertig euro en drie en dertig eurocent ineens en dat daarmee zijn plichten ten aanzien van de partneralimentatie voor nu en in de toekomst zijn voldaan. De man zal na voldoening van dit bedrag niet meer gehouden zijn om partneralimentatie te voldoen, ook niet wanneer bij partijen of één van hen de omstandigheden wijzigen. Deze overeenkomst ten aanzien van de partneralimentatie is gesloten omdat partijen over en weer de mogelijkheid op een procedure omtrent dit onderwerp willen uitsluiten, nu en voor in de toekomst. De vrouw geeft hierbij uitdrukkelijk finale kwijting voor de ontvangst van bovenbedoeld bedrag.
(…)
4. 7. Partijen hebben de navolgende financiële producten: een verzekering bij
ABN AMRO met een waarde zoals tussen partijen is vastgesteld van
€ 18.000,00.
(…)
5.1. Partijen zijn overeengekomen dat de inboedel, minus persoonlijke bezittingen van de man en van de moeder van de man, aan partijen genoegzaam bekend, aan de vrouw zal verblijven. De man zal de schuld aan de Visa voor zijn rekening nemen en de vrouw vrijwaren van iedere aansprakelijkheid deswege.
5.2. De overwaarde van het huis zal bij uitsluiting van de man volledig aan de vrouw toekomen. De auto, merk Peugeot, type 306, zal aan de vrouw worden toegedeeld. De saldi van de spaarrekeningen zullen aan de vrouw worden toegedeeld. De teruggave van de inkomstenbelasting over 2006 en 2007 zal toekomen aan degene op wiens de naam de aanslag is gesteld.
(…)
6.1. De verdeling, die partijen in artikel 5 overeengekomen zijn, wordt hierna cijfermatig uitgewerkt.
Aan de man Aan de vrouw
Inboedel € pm overwaarde woning € 60.978,66
€ auto € 7.500,00
€ inboedel € pm
Schuld Visa -/- € 4.500,00 verzekering € 18.000,00
Totaal € 4.500,00 € 86.478,66
6.2. Uit het cijfermatig overzicht (zie art. 6.1) blijkt dat het aandeel, dat de vrouw wordt toebedeeld € 86.487,66 waard is. Het aandeel dat de man wordt toebedeeld is € -/- 4.500,- waard.
Dit betekent dat de vrouw de man op grond van het vorenstaande in verband met overbedeling een bedrag ad € 45.489,33 dient te betalen.
Ter zake van de betaling van voornoemd bedrag spreken partijen het navolgende af: de man en de vrouw zijn overeengekomen dat zij, bij wege van vaststellingsovereenkomst overeenkomen en vastleggen dat de vordering die hieruit ontstaat niet door de vrouw aan de man zal worden voldaan. Dit ter voorkoming van een eventuele procedure over de verdeling en de eventueel te betalen alimentatie, zoals hiervoor in de overeenkomst vermeld.
(…)
9.1. Aanslagen en restituties inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen worden vanaf heden toegescheiden aan respectievelijk komen toe aan de partij op wie die aanslag betrekking heeft.
9.2. Ieder der partijen zal de schulden, die in zijn/haar persoon zijn ontstaan vanaf de dag waarop partijen gescheiden zijn gaan wonen voor eigen rekening nemen en als eigen schuld voldoen onder vrijwaring van de ander tegen eventuele aanspraken van derden. De eventuele voor die datum aangegane schulden worden toegescheiden aan de partij die deze is aangegaan. Deze datum is
1 december 2006.
(…)
9.5. De vordering voortvloeiende uit de polis van levensverzekering afgesloten bij ABN AMRO als voormeld onder de activa wordt geleverd aan degene aan wie de polis is toegedeeld door ondertekening van dit convenant, gevolgd door de mededeling daarvan door de man en de vrouw aan de levensverzekeringsmaatschappij. De partijen verplichten zich alle door de levensverzekeringsmaatschappij in verband met deze levering verlangde stukken te ondertekenen.”