bespreking van de stellingen van partijen
3.1 [appellant] ontkent dat hij een huurovereenkomst dan wel een reparatieovereenkomst met Astrum is aangegaan. [appellant] erkent wel dat hij in 2007 een Mercedes heeft opgehaald bij een vestiging van Astrum te [woonplaats]. Hij zou deze auto echter hebben opgehaald in opdracht van KMB en voor KMB. [appellant] heeft er in dat verband op gewezen dat Astrum en KMB tal van overeenkomsten hebben gesloten. Hij stelt dat alle transacties, waarop de facturen zien, dateren van na de datum dat hij als bestuurder is teruggetreden. Hij stelt voorts dat op de facturen KMB als bedrijf staat vermeld, hetgeen volgens hem met meebrengt dat KMB contractspartij is geweest bij de overeenkomsten die met Astrum zijn gesloten. Hij stelt ook de op zijn naam gestelde facturen niet te hebben ontvangen. Hij weet niet waarom deze facturen zijn gecrediteerd. Daaraan ligt geen overleg tussen hem en Astrum ten grondslag, stelt hij. [appellant] betwist derhalve de verschuldigheid van de facturen en stelt dat de bewijslast voor het bestaan van overeenkomsten tussen hem en Astrum op Astrum rust. Hij ontkent voorts gebonden te zijn aan de algemene voorwaarden van Astrum nu hij daarmee niet akkoord zou zijn gegaan.
3.2 Astrum stelt dat zij de overeenkomsten met [appellant] is aangegaan en dat [appellant] derhalve voor zichzelf heeft gehandeld. Zij doet hiertoe uitdrukkelijk een bewijsaanbod door middel van het horen van de heren [betrokkene 1] en
[betrokkene 2]. Zij stelt dat zij met het horen van deze getuigen kan aantonen dat [appellant] opdracht heeft gegeven tot de reparaties die zijn verricht aan de auto met kenteken [auto 4]. Ook stelt zij dat door middel van het bewijsaanbod zal komen vast te staan dat [appellant] op of omstreeks 4 september 2007 de auto met kenteken [auto 1] heeft gehuurd. Dat de facturen niet bij [appellant] zelf zijn terechtgekomen, kan volgens Astrum worden verklaard door het feit dat [appellant] verzocht om de facturen op naam van KMB te stellen. Astrum benadrukt in dit kader het feit dat als een derde de betalingen op zich neemt, nog niet meebrengt dat [appellant] niet langer de contractspartij was. Astrum stelt voorts dat er geen reden was om aan te nemen dat [appellant] namens een ander, te weten KMB, handelde.
3.3 Op Astrum rust de stelplicht, en eventueel de bewijslast, ten aanzien van haar stelling dat de door gefactureerde bedragen betrekking hebben op leveringen en diensten die zij in opdracht van [appellant] heeft verricht. Wanneer eenmaal vaststaat dat [appellant] opdracht heeft gegeven tot het verrichten van leveringen of diensten, rijst de vraag of hij daarbij voor KMB of zichzelf heeft gehandeld. Het uitgangspunt dat wie handelt geacht wordt voor zichzelf te handelen, gaat in dit geval niet op, nu niet ter discussie staat dat [appellant] uit hoofde van zijn functie ook wel voor KMB handelde en Astrum de stelling van [appellant] dat KMB vele auto's van Astrum in gebruik had, niet heeft weersproken. Aldus staat als onvoldoende weersproken vast dat [appellant] ook voor KMB met Astrum heeft gehandeld. In dit verband hecht het hof betekenis aan het feit dat Astrum ondanks het feit dat zij met [appellant] handelde, de facturen, al dan niet in tweede instantie, op naam van KMB heeft gesteld. Onder deze omstandigheden dient Astrum te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat [appellant] ten aanzien van de transacties waarop de facturen betrekking hebben, wel voor zichzelf heeft gehandeld.
3.4 De facturen hebben betrekking op vier auto's. Ten aanzien van één van die auto's, de Chrysler Voyager met kenteken [auto 3], heeft Astrum ter comparitie gesteld dat [appellant] van deze auto gebruik heeft gemaakt. [appellant] heeft dat betwist. Een gespecificeerd bewijsaanbod van Astrum ontbreekt, zodat de vordering betreffende deze factuur niet toewijsbaar is.
3.5 Ten aanzien van de auto's met kenteken [auto 2], [auto 1] en [auto 4] heeft Astrum wel aangeboden te bewijzen dat [appellant] deze auto's op grond van een met hem gesloten huurovereenkomst ter beschikking heeft gehad of (voor wat betreft de auto met kenteken [auto 4]) ter reparatie heeft aangeboden en dat hij daarbij voor zichzelf, en niet voor KMB, heeft gehandeld. Het bewijsaanbod van Astrum is voldoende gespecificeerd, zodat het hof haar tot bewijslevering zal toelaten.
3.6 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.