ECLI:NL:GHLEE:2012:BW9835

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.107.645
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einde van de instantie door niet tijdige inschrijving van herstelexploot in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, ging het om een hoger beroep dat was ingesteld door [appellant], h.o.d.n. Qdesign, tegen de vonnissen van de rechtbank Assen. De rechtbank had eerder op 21 april 2010, 23 juni 2010 en 26 oktober 2011 vonnissen uitgesproken in een civiele procedure. Het hoger beroep werd aangezegd bij exploot van 25 januari 2012, maar dit exploot werd niet tijdig ingeschreven ter rolle van het hof. Hierdoor eindigde de instantie.

De appellant had geprobeerd de procedure voort te zetten door een herstelexploot uit te brengen op 12 april 2012, maar ook dit exploot werd niet ingeschreven. Een tweede herstelexploot werd op 14 mei 2012 uitgebracht, maar ook dit voldeed niet aan de vereisten van inschrijving binnen de gestelde termijn. Het hof oordeelde dat de herstelexploten niet geldig waren, omdat ze niet tijdig waren ingeschreven en er geen toestemming was van de geïntimeerde, La Maison de la Peinture BVBA, om de zaak op een latere datum aan te brengen.

Het hof baseerde zijn beslissing op artikel 125 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat de aanhangigheid van een geding vervalt indien het exploot van dagvaarding niet tijdig ter griffie is ingediend. De conclusie was dat het gevraagde verstek moest worden geweigerd en dat de instantie was geëindigd. De uitspraak werd gedaan op 26 juni 2012.

Uitspraak

Arrest d.d. 26 juni 2012
Zaaknummer 200.107.645/01
(zaaknummer rechtbank: 80133 / HA ZA 10-436)
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant] h.o.d.n. Qdesign,
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. F.P. Aarts, kantoorhoudende te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht La Maison de la Peinture BVBA,
gevestigd te Mechelen, België,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: La Maison,
advocaat: mr. M.F.J.M. van Rooy, kantoorhoudende te Boxtel.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het (verstek)vonnis uitgesproken op 21 april 2010 door de rechtbank Assen, sector civiel recht (hierna: de rechtbank) en in de vonnissen (na verzet) van deze rechtbank van 23 juni 2010 en 26 oktober 2011.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 25 januari 2012 heeft [appellant] aangezegd dat hij in hoger beroep komt van de vonnissen van de rechtbank van 21 april 2010, 23 juni 2010 en
26 oktober 2011 met dagvaarding van La Maison tegen de zitting van het gerechtshof te Leeuwarden van 3 april 2012. In de appeldagvaarding van
25 januari 2010 wordt geconcludeerd tot vernietiging van voormelde vonnissen met verwijzing van La Maison in de proceskosten in beide instanties, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren arrest.
Het exploot van 25 januari 2012 is niet ingeschreven ter rolle van het hof. [appellant] heeft daarop een herstelexploot uitgebracht op 12 april 2012 met (zakelijk samengevat) dezelfde inhoud als het exploot van 25 januari 2012 en met dagvaarding van La Maison tegen de zitting van 1 mei 2012.
Het herstelexploot van 12 april 2012 is niet ingeschreven op de rol. Vervolgens heeft [appellant] opnieuw een herstelexploot met dezelfde inhoud uitgebracht en wel op 14 mei 2012 met dagvaarding van La Maison tegen de zitting van 5 juni 2012.
Het herstelexploot van 14 mei 2012 is ingeschreven op de rol. La Maison is in de procedure niet verschenen. [appellant] heeft gevraagd verstek tegen La Maison te verlenen.
Ter rolle van 5 juni 2012 is de zaak is naar de rol verwezen voor arrest, te wijzen op het griffiedossier.
De beoordeling
1 Op grond van art. 125 lid 1 Rv - welke bepaling ingevolge art. 353 lid 1 Rv in hoger beroep van overeenkomstige toepassing is - is het geding aanhangig vanaf de dag van dagvaarding. Art. 125 lid 2 bepaalt dat het exploot van dagvaarding door de eiser ter griffie wordt ingediend uiterlijk op de laatste dag waarop de griffie is geopend, voorafgaande aan de in de dagvaarding vermelde roldatum. De aanhangigheid van het geding vervalt, zo is bepaald in art. 125 lid 4 Rv, indien het exploot van dagvaarding niet uiterlijk op het in het tweede lid vermelde tijdstip ter griffie is ingediend, tenzij binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een geldig herstelexploot is uitgebracht.
2 Als herstelexploot kan slechts gelden een exploot dat een nieuwe rechtsdag aanzegt en dat gevolgd wordt door inschrijving ter rolle van die aangezegde rechtsdag. Een exploot dat hieraan niet voldoet, heeft geen gevolg en kan niet als herstelexploot gelden (HR 5 december 1997, LJN: ZC2523, NJ 1998, 193).
3 In dit geval is het herstelexploot van 12 april 2012 niet ingeschreven op de rol en is dus niet een geldig herstelexploot in de zin van art. 125 lid 4 Rv. Het tweede herstelexploot van 14 mei 2012 deelt in dit lot, aangezien het evenmin binnen veertien dagen na de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag (3 april 2012) is ingeschreven ter rolle en gesteld noch gebleken is dat La Maison (al of niet stilzwijgend) toestemming heeft verleend om de zaak op een latere datum alsnog aan te brengen (HR 22 april 2005, LJN: AS3641).
4 Gelet op het voorgaande moet het gevraagde verstek worden geweigerd.
De beslissing
Het gerechtshof:
weigert het gevraagde verstek en verstaat dat de instantie is geëindigd.
Aldus gewezen door mrs. K.E. Mollema, voorzitter, J.H. Kuiper en
J.M. Rowel-van der Linde en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 26 juni 2011 in bijzijn van de griffier.