ECLI:NL:GHLEE:2012:BW7508
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling hoofdverblijf minderjarige na hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, gaat het om de bepaling van het hoofdverblijf van een minderjarige, aangeduid als [kind], na een hoger beroep van de vader. De moeder, appellante in het principaal appel, en de vader, geïntimeerde in het principaal appel, zijn betrokken bij een geschil over waar [kind] haar hoofdverblijf dient te hebben. De zaak is voortgekomen uit een eerdere beschikking van de rechtbank, waarin het hof zich onvoldoende voorgelicht achtte om een beslissing te nemen en de raad verzocht om onderzoek te doen naar de situatie van [kind]. De raad heeft in zijn rapport van 30 januari 2012 geadviseerd om het hoofdverblijf bij de moeder te bepalen, waarbij de emotionele band tussen de moeder en [kind] en de stabiliteit van de opvoedingssituatie bij de moeder als belangrijke factoren zijn genoemd.
Het hof heeft de argumenten van beide ouders afgewogen. De vader heeft [kind] goed opgevangen in moeilijke tijden, maar het hof concludeert dat de moeder beter in staat is om aan te sluiten bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van [kind]. De moeder heeft een sterke emotionele band met [kind] en biedt een gezinsleven dat voordelen biedt voor haar ontwikkeling. Het hof heeft ook overwogen dat de vader minder responsief is en dat zijn voornemen om te verhuizen naar Leiden niet meer aan de orde is.
Uiteindelijk heeft het hof besloten dat het hoofdverblijf van [kind] bij de moeder dient te zijn, met ingang van de dag nadat [kind] de helft van de zomervakantie bij de vader heeft doorgebracht. Tevens is de zorgregeling tussen de vader en [kind] gewijzigd, waarbij de vader [kind] op vrijdag uit school ophaalt en de moeder haar op zondagmiddag om 15.00 uur bij de vader ophaalt. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en de nieuwe regeling vastgesteld, waarbij het belang van [kind] voorop staat.