ECLI:NL:GHLEE:2012:BW7095
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Non-conformiteit en mededelingsplicht bij vastgoedtransactie
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van twee appellanten tegen een eerdere uitspraak met betrekking tot een vastgoedtransactie. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. M.R. van der Veen, stelden dat de verkoper, de geïntimeerde, zijn mededelingsplicht heeft geschonden door niet te informeren over de publieke bestemming van het onroerend goed. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. G.J.J.M. Pubben, betwistte deze claim en stelde dat de appellanten zelf ook onderzoek hadden moeten doen naar de bestemming van het pand.
Het hof oordeelde dat de appellanten niet in hun bewijsopdracht zijn geslaagd. De getuigenverklaringen, waaronder die van de makelaars, gaven onvoldoende steun aan de stelling dat de geïntimeerde op de hoogte was van de niet-woonbestemming van het pand. Het hof benadrukte dat de appellanten, ondanks hun deskundige bijstand, niet hebben aangetoond dat de verkoper op de hoogte was van de bestemming en dat zij zelf ook een onderzoeksplicht hadden. De schending van de mededelingsplicht door de verkoper prevaleerde boven de onderzoeksplicht van de koper.
Uiteindelijk vernietigde het hof het vonnis van de rechtbank enkel voor wat betreft de veroordeling tot betaling van buitengerechtelijke kosten, maar bekrachtigde het vonnis voor het overige. De appellanten werden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Dit arrest benadrukt het belang van zowel de mededelingsplicht van de verkoper als de onderzoeksplicht van de koper in vastgoedtransacties.