ECLI:NL:GHLEE:2012:BW6422
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.H. Kuiper
- M.C.D. Boon-Niks
- G.T. de Jong
- Rechtspraak.nl
U-bocht constructie AWBZ: Verhaal van onterecht vergoede medicijndeclaraties door zorgverzekeraar op AWBZ-instelling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep van de Onderlinge Waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars Groep (CZ) tegen Stichting Sovak. CZ had in eerste aanleg een vordering ingesteld op basis van ongerechtvaardigde verrijking, waarbij zij stelde dat Sovak onterecht had geprofiteerd van medicijnkosten die CZ had vergoed voor patiënten die in de AWBZ-instelling waren opgenomen. De rechtbank Groningen had de vordering van CZ afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat de farmaceutische zorg ten laste van het AWBZ-budget kwam, mits deze zorg werd verstrekt tijdens het verblijf van de patiënt in de instelling.
Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat CZ onvoldoende had aangetoond dat Sovak onterecht was verrijkt. Het hof stelde vast dat de zorgverzekeraar niet had gecontroleerd of de ingediende facturen betrekking hadden op patiënten met de juiste indicaties. Bovendien werd opgemerkt dat de vordering van CZ voor de jaren 2005, 2006 en 2007 niet kon worden toegewezen, omdat de AWBZ-budgetten voor die jaren al waren besteed. Het hof benadrukte dat CZ haar verplichtingen als zorgverzekeraar niet was nagekomen door geen onderscheid te maken tussen verzekerden met een volledige en een gedeeltelijke verzekering.
De uitspraak van het hof bevestigde dat de kosten voor farmaceutische zorg voor patiënten met een dubbele indicatie 'zorg' en 'verblijf' ten laste van de AWBZ-instelling komen, en dat CZ niet kon terugvorderen wat zij had betaald zonder voldoende bewijs van ongerechtvaardigde verrijking. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde CZ in de kosten van de procedure in hoger beroep.