ECLI:NL:GHLEE:2012:BW5309
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding tegen beslaglegger en beslagleggende deurwaarder afgewezen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot schadevergoeding die door de appellante was ingesteld tegen de beslaglegger en de beslagleggende deurwaarder. De appellante, die in eerste aanleg eiseres was, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Assen, waarin haar vorderingen waren afgewezen. De zaak betreft een executoriaal beslag dat op 24 februari 2011 was gelegd op een personenauto van de appellante, in opdracht van de geïntimeerde 2. De appellante stelde dat de auto haar in eigendom toebehoorde en dat het beslag onterecht was gelegd. In eerste aanleg had de voorzieningenrechter de vorderingen van de appellante afgewezen, waarna zij in hoger beroep ging.
Het hof heeft de grieven van de appellante beoordeeld en vastgesteld dat de voorzieningenrechter in eerste aanleg terecht had geoordeeld dat de appellante niet-ontvankelijk was in haar vordering tegen de geïntimeerde 1, de deurwaarder. Het hof oordeelde dat de appellante onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd om haar vordering tot schadevergoeding te onderbouwen. De vorderingen tot afgifte van de auto en het verbod tot het opnieuw leggen van beslag werden eveneens afgewezen, omdat het hof oordeelde dat de appellante niet de rechthebbende van de auto was op het moment van dagvaarding.
Het hof vernietigde echter het bestreden vonnis voor zover het de proceskostenveroordeling betrof en begrootte deze conform het liquidatietarief. De appellante werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof concludeerde dat de appellante in overwegende mate in het ongelijk was gesteld, maar dat zij ontvankelijk was in haar vordering tegen de geïntimeerde 1. De uitspraak van het hof leidde tot een gedeeltelijke toewijzing van de vorderingen van de appellante, maar de schadevergoeding werd afgewezen.