ECLI:NL:GHLEE:2012:BW1978

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.097.079/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van kinderalimentatie en bijzondere omstandigheden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 3 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De appellant, de man, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 augustus 2011, waarin de kinderalimentatie voor zijn minderjarige kind was vastgesteld op € 250,- per maand met ingang van 25 november 2009. De man verzocht om de alimentatie met terugwerkende kracht op nihil te stellen, omdat hij sinds 22 december 2007 een Wajong-uitkering ontving en niet in staat was de vastgestelde bijdrage te betalen. De vrouw, geïntimeerde in deze zaak, heeft het verzoek van de man niet weersproken en is niet verschenen tijdens de zitting.

Het hof heeft vastgesteld dat de man kampt met een licht verstandelijke beperking, waardoor hij in de eerdere procedure niet in staat was om adequaat te reageren op de alimentatieverplichtingen. De man heeft hulp gezocht bij Stichting Philadelphia Zorg om zijn administratie op orde te krijgen. Het hof oordeelde dat er bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat de wijziging van de kinderalimentatie niet inging op de datum van indiening van het verzoek, maar op 25 november 2009. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de kinderalimentatie met terugwerkende kracht op nihil gesteld, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.

Deze uitspraak benadrukt het belang van bijzondere omstandigheden in alimentatiezaken en de mogelijkheid om af te wijken van de standaardregels omtrent ingangsdata van alimentatiewijzigingen. Het hof heeft hiermee rekening gehouden met de persoonlijke situatie van de man en het gebrek aan verweer van de vrouw.

Uitspraak

Beschikking d.d. 3 april 2012
Zaaknummer 200.097.079
HET GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Beschikking in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. P.A.J. van Putten, kantoorhoudende te Almere,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. E. Lucas, kantoorhoudende te Lelystad.
Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beschikking van 18 augustus 2011 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, zaaknummer 187789/FA RK 11-2734, zoals bij partijen bekend.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, binnengekomen bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem nevenzittingsplaats Leeuwarden, op 14 november 2011 heeft de man hoger beroep ingesteld van voornoemde beschikking.
Bij beschikking van 14 november 2011 heeft het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, zich relatief onbevoegd verklaard om van de zaak kennis te nemen en de zaak in de stand waarin hij zich bevond verwezen naar het gerechtshof te Leeuwarden.
Bij voormeld beroepschrift heeft de man verzocht de beschikking van
18 augustus 2011 te vernietigen voor zover het de ingangsdatum van de gewijzigde bijdrage betreft en opnieuw beslissende de door hem aan de vrouw ten behoeve van de minderjarige [kind] (hierna: [kind]), geboren [in 2007], te betalen kinderalimentatie met ingang van
25 november 2009 op nihil te stellen, dan wel met ingang van een datum als het hof in goede justitie meent te moeten bepalen.
Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de vrouw geen verweerschrift ingediend.
Ter zitting van 27 maart 2012 is de zaak behandeld. Verschenen zijn de man en zijn advocaat. Tevens is aan mevrouw [medewerker St. Philadelphia], medewerker van Stichting Philadelphia Zorg, bijzondere toegang verleend om bij de behandeling van de zaak als toehoorder aanwezig te zijn. De vrouw is niet verschenen.
De advocaat van de vrouw heeft het hof bij brief van 24 februari 2012 bericht dat zij niet ter zitting zal verschijnen.
De beoordeling
De vaststaande feiten
1. Uit de affectieve relatie tussen partijen is [kind] geboren.
2. [kind] heeft zijn hoofdverblijf bij de vrouw.
3. Bij beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, van
12 januari 2010 is de door de man aan de vrouw ten behoeve van [kind] te betalen kinderalimentatie met ingang van 25 november 2009 bepaald op € 250,- per maand.
4. Bij verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 15 juli 2011, heeft de man - zakelijk weergegeven - verzocht om te bepalen dat de voornoemde bijdrage met ingang van 25 november 2009 op nihil wordt gesteld omdat hij sinds 22 december 2007 een Wajong-uitkering ontvangt, die thans € 923,07 netto per maand bedraagt.
De vrouw heeft het verzoek van de man niet weersproken.
5. Bij de bestreden beschikking is het verzoek van de man in zoverre toegewezen dat de door hem aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind] met ingang van de datum van indiening van het verzoek, te weten 15 juli 2011, op nihil is bepaald.
De man is hiertegen in beroep gekomen.
De geschilpunten
6. Het geschilpunt tussen partijen betreft de ingangsdatum van de gewijzigde alimentatie.
De ingangsdatum van de gewijzigde bijdrage
7. De man heeft onweersproken gesteld dat hij in de periode vanaf 25 november 2009 niet over voldoende draagkracht beschikt om de bij de beschikking van
12 januari 2010 vastgestelde bijdrage te betalen en verzoekt wijziging van deze uitspraak op grond van het bepaalde in artikel 1:401 lid 4 BW.
8. Uit de stukken en de behandeling ter zitting is gebleken van bijzondere omstandigheden die naar het oordeel van het hof rechtvaardigen dat in het onderhavige geval wordt afgeweken van het algemeen gehanteerde uitgangspunt dat een wijziging van de kinderalimentatie ingaat op de datum van indiening van het desbetreffende verzoek. Het hof overweegt hieromtrent dat de man gemotiveerd en onweersproken heeft gesteld dat hij kampt met een licht verstandelijke beperking en dat hij daardoor ten tijde van de procedure die leidde tot de beschikking van 12 januari 2010 onvoldoende overzicht had over zijn administratie, waaronder de stukken die hij heeft ontvangen betreffende de alimentatieprocedure. De man heeft die stukken niet begrepen en niet ingezien dat hij hierop moest handelen. De man heeft daarom in die procedure geen verweer gevoerd. Inmiddels heeft de man ingezien dat zaken fout lopen en heeft hij hulp gezocht bij Stichting Philadelphia Zorg. De man is vervolgens onder andere geholpen bij het op orde brengen van zijn administratie, waarna een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie is ingediend. Dit verzoek is - zij het met een latere ingangsdatum dan thans verzocht - bij de bestreden beschikking toegewezen. Enige betaling ten titel van kinderalimentatie heeft de man nimmer voldaan. Het hof ziet in de voornoemde bijzondere omstandigheden en mede gelet op het feit dat van de zijde van de vrouw geen enkel verweer is gevoerd, reden om de ingangsdatum van de gewijzigde bijdrage te bepalen op 25 november 2009.
De slotsom
9. De beschikking waarvan beroep dient te worden vernietigd en er zal opnieuw worden beslist zoals hieronder aangegeven.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep;
en opnieuw beslissende:
wijzigt de bij de beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, van 12 januari 2010 aan de man opgelegde kinderbijdrage ten behoeve van de minderjarige [kind] (hierna: [kind]), geboren [in 2007];
bepaalt deze kinderbijdrage met ingang van 25 november 2009 op nihil;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.H. Garos, voorzitter, G.M. van der Meer en D.J. Buijs, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 3 april 2012 in bijzijn van de griffier.