ECLI:NL:GHLEE:2012:BW0019
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.M. Rowel-van der Linde
- M.E.L. Fikkers
- R.A. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Geldigheid van concurrentiebeding en onrechtmatige concurrentie in arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 maart 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de geldigheid van een concurrentiebeding en de vraag of er sprake was van onrechtmatige concurrentie. Appellante Unis Onderhoud B.V. had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden, waarin de vorderingen van Unis waren afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat het concurrentiebeding met [geïntimeerde 2] geen rechtskracht meer had, omdat [geïntimeerde 2] op het moment van het aangaan van de arbeidsovereenkomst een jonge, onervaren werknemer was en de functie van hoofd technische dienst niet voldoende was onderbouwd. Het hof oordeelde dat Unis niet had aangetoond dat het concurrentiebeding ook van toepassing was op de wijziging van de bedrijfsactiviteiten van Unis, die zich had ontwikkeld van kantoorautomatisering naar industriële elektronica. Het hof concludeerde dat het concurrentiebeding zijn gelding had verloren, omdat niet was komen vast te staan dat partijen bij het aangaan van de overeenkomst de intentie hadden dat het beding ook zou gelden bij de wijziging van de bedrijfsactiviteiten.
Daarnaast werd de vordering van Unis om inzage te krijgen in de financiële en boekhoudkundige bescheiden van de vennootschap JC-Electronics en haar vennoten afgewezen. Het hof oordeelde dat Unis geen rechtmatig belang had bij deze vordering, omdat er geen bewijs was dat [geïntimeerden] onrechtmatig hadden gehandeld door klanten van Unis te benaderen. De grieven van Unis werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij Unis werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.