ECLI:NL:GHLEE:2012:BV8858
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en toepasselijk recht in geschil over gemeenschapsgoed na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van de vennootschap Transalpin Finanz GmbH en twee appellanten tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De zaak betreft de vraag of een woning, die op naam van Transalpin staat, deel uitmaakt van de huwelijksgoederengemeenschap tussen [appellant sub 3] en [geïntimeerde]. De rechtbank had in eerste aanleg geoordeeld dat de woning aan de gemeenschap toebehoorde en Transalpin c.s. had veroordeeld tot teruglevering van de woning aan [geïntimeerde].
In hoger beroep heeft het hof de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bevestigd op basis van het Verdrag van Lugano en de EEX-Verordening, aangezien de onroerende zaak in Nederland is gelegen en de gestelde onrechtmatige daad zich ook in Nederland heeft voorgedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de woning nooit in eigendom is geweest van [geïntimeerde] en [appellant sub 3], en dat Transalpin de woning rechtsgeldig heeft verworven.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van [geïntimeerde] afgewezen. Het hof oordeelde dat er geen rechtsgrond was voor de teruglevering van de woning, omdat deze nooit tot de huwelijksgoederengemeenschap heeft behoord. De vordering tot schadeloosstelling werd eveneens afgewezen, omdat [geïntimeerde] nooit eigenaar is geweest van de woning. De kosten van het geding werden aan [geïntimeerde] opgelegd, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.