ECLI:NL:GHLEE:2012:BV3459
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontzetting van het gezag over een minderjarige in het kader van een omgangsregeling
In deze zaak heeft de vader verzocht om de moeder te ontzetten van het gezag over hun minderjarige kind, geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats]. De rechtbank Groningen had eerder, op 26 juli 2011, het verzoek van de vader afgewezen. De vader heeft in hoger beroep, ingediend op 17 augustus 2011, gevraagd om deze beschikking te vernietigen en zijn verzoek toe te wijzen. De moeder heeft het verzoek bestreden en verzocht om bekrachtiging van de eerdere beschikking.
Tijdens de zitting op 21 december 2011 is de zaak behandeld, waarbij de vader werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.A. Knobben, en de moeder door mr. W.Chr. de Roos. Bureau Jeugdzorg Groningen was ook aanwezig. De vader heeft aangegeven dat ontzetting uit het gezag noodzakelijk is om weer zicht te krijgen op het kind en een omgangsregeling te realiseren. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder en het kind inmiddels naar België zijn vertrokken, waardoor er geen zicht meer is op de opvoedingssituatie van het kind.
Het hof heeft overwogen dat, gezien de omstandigheden, het in het belang van het kind is om eerst via een teruggeleidingsprocedure te trachten het kind weer in Nederland te krijgen. De moeder is 'ondergedoken' in België uit vrees dat het kind bij haar wordt weggehaald. Het hof heeft geconcludeerd dat het risico van ontzetting van het gezag de huidige patstelling niet kan doorbreken en dat dit niet in het belang van het kind is. Daarom heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de vader afgewezen.