ECLI:NL:GHLEE:2012:BV1973
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.M.A. Wind
- R.A. Zuidema
- R.A. van der Pol
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie wegens niet-tijdige betaling griffierecht in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een spoedappel van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. Het hoger beroep werd ingesteld op 4 november 2011, maar [appellant] voldeed niet tijdig aan de verplichting om het griffierecht te betalen. Volgens artikel 3 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de appellant verplicht om het griffierecht binnen vier weken na de eerste uitroeping van de zaak te voldoen. De termijn voor betaling was vastgesteld op 13 december 2011, maar het griffierecht werd pas op 16 december 2011 voldaan. Hierdoor was [appellant] in strijd met de wettelijke vereisten.
Het hof oordeelde dat, omdat [appellant] niet tijdig had betaald, [geïntimeerde] van instantie moest worden ontslagen, zoals bepaald in artikel 127a lid 2 Rv. Het hof verwierp ook het beroep van [appellant] op de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 Rv, omdat er geen sprake was van een verschoonbare niet-tijdige betaling. Het hof benadrukte dat de vorderingen van [appellant] in hoger beroep ex nunc beoordeeld moesten worden, wat betekent dat de huidige situatie leidend is. De argumenten van [appellant] over de gevolgen voor de bodemprocedure over het gezag en hoofdverblijf van hun minderjarige dochter werden niet als voldoende hardheidsgrondslag erkend.
Ten slotte besloot het hof dat de proceskosten in het hoger beroep gecompenseerd zouden worden, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter M.M.A. Wind en de raadsheren R.A. Zuidema en R.A. van der Pol, en werd openbaar uitgesproken op 24 januari 2012.