ECLI:NL:GHLEE:2011:BU8987
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- M.E.L. Fikkers
- R.A. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over loonvordering van uitzendwerknemer in verband met beëindiging arbeidsovereenkomst bij einde teeltseizoen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een uitzendwerknemer, hierna te noemen [appellant], die een loonvordering heeft ingesteld tegen zijn werkgever, European Work First B.V. (EWF), in verband met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst was aangegaan voor bepaalde tijd, tot 23 december 2010, of tot het einde van het teeltseizoen. De vraag die centraal staat is of de bepaling 'einde teeltseizoen' een voldoende objectief bepaalbare einddatum biedt of dat het moet worden beschouwd als een ontbindende voorwaarde.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vordering van [appellant] afgewezen, met de overweging dat de arbeidsovereenkomst eindigde op het moment dat het teeltseizoen eindigde, wat volgens de kantonrechter een ontbindende tijdsbepaling is. [appellant] heeft echter hoger beroep ingesteld, waarbij hij zes grieven heeft ingediend. Het hof heeft de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat de term 'einde teeltseizoen' niet objectief te bepalen is, en dat de arbeidsovereenkomst niet door enkel tijdsverloop kon eindigen voor 23 december 2010.
Het hof heeft verder overwogen dat de clausule in de arbeidsovereenkomst geen ontbindende voorwaarde is, omdat een ontbindende voorwaarde een toekomstige onzekere gebeurtenis betreft, wat hier niet het geval is. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de kantonrechter vernietigd en de vorderingen van [appellant] toegewezen, waarbij EWF is veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, inclusief vakantietoeslag, en de kosten van het geding in beide instanties. Dit arrest benadrukt de bescherming van uitzendwerknemers tegen willekeurige beëindiging van hun arbeidsovereenkomst.