ECLI:NL:GHLEE:2011:BU8208
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- W. Breemhaar
- M.W. Zandbergen
- R.E. Weening
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke geschil over ouderlijke boedelverdeling en emigratieclausule
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een erfrechtelijk geschil tussen appellanten en geïntimeerde. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Bosma, hebben in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, die werd bijgestaan door advocaat mr. J. Bolt. De kern van het geschil betreft de uitleg van een emigratieclausule in het testament van de overleden erflater, die op 22 april 1997 is overleden. De appellanten stellen dat de vorderingen opeisbaar zijn geworden omdat de geïntimeerde voornemens was te emigreren naar Duitsland. De geïntimeerde heeft echter niet voldaan aan het verzoek van de appellanten om de vorderingen te betalen, wat leidde tot de rechtszaak.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten geen grieven hebben ontwikkeld tegen de vaststaande feiten zoals weergegeven in het vonnis van de rechtbank. De rechtbank had eerder het erfrecht, zoals dat tot 1 januari 2003 gold, van toepassing verklaard op de uitleg van de testamentaire clausule. Het hof heeft de betekenis van de term 'gaat emigreren' onderzocht en geconcludeerd dat er geen sprake is van daadwerkelijke emigratie, aangezien de geïntimeerde nog steeds in Nederland verblijft en niet is verhuisd naar Duitsland. De appellanten konden niet worden gevolgd in hun stelling dat de geïntimeerde al voor de inleidende dagvaarding was geëmigreerd.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de appellanten veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. De kosten aan de zijde van de geïntimeerde zijn begroot op € 1.188,-- aan verschotten en € 2.632,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat. Dit arrest benadrukt het belang van duidelijke voorwaarden in testamenten en de noodzaak om feitelijke handelingen aan te tonen die emigratie kunnen bevestigen.