ECLI:NL:GHLEE:2011:BU5299
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- H. de Hek
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de ontvankelijkheid van een stichting in een huurgeschil
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter, waarin de stichting, Stichting Woningmaatschap XXXVIII, in haar vordering ontvankelijk werd verklaard. [Appellant] betwist de ontvankelijkheid van de stichting, omdat deze per 14 augustus 2006 zou zijn opgehouden te bestaan. De huurovereenkomst tussen partijen dateert van 1 februari 2008, maar de stichting was op dat moment al niet meer een juridische entiteit. De kantonrechter had de stichting in haar vordering ontvankelijk verklaard, maar [appellant] stelt dat de inleidende dagvaarding is uitgebracht door een niet-bestaande partij.
Het hof oordeelt dat de stichting niet ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat zij niet heeft aangetoond dat zij op het moment van de procedure nog bestond. De stichting voert aan dat er slechts een statutaire naamswijziging heeft plaatsgevonden, maar het hof is van mening dat dit niet voldoende is om de juridische status van de stichting te onderbouwen. De stichting had haar partijnaam in overeenstemming moeten brengen met de werkelijkheid, maar heeft dit nagelaten. Het hof verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin is gesteld dat een niet-bestaande partij geen vordering kan instellen.
Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en verklaart de stichting niet ontvankelijk in haar vorderingen. Tevens wordt de feitelijke opdrachtgever tot het voeren van de procedure in de kosten van de procedure veroordeeld. De zaak wordt verwezen naar de rol om de stichting in de gelegenheid te stellen te reageren op het voornemen van het hof. De beslissing van het hof is genomen op 22 november 2011.