ECLI:NL:GHLEE:2011:BU5279

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.076.032-01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verificatievergadering en erkenning van vorderingen in het kader van schuldsanering

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, is op 22 november 2011 een arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft een vordering die is erkend tijdens een verificatievergadering in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De appellante, vertegenwoordigd door mr. G.A. de Boer, had in eerste aanleg de rol van gedaagde en de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. J.M. Pol, was eiseres. Tijdens de procedure is vastgesteld dat de verificatievergadering niet op de eerder genoemde datum van 18 januari 2008, maar op 14 februari 2008 heeft plaatsgevonden. Dit leidde tot een verbetering van het tussenarrest van 16 augustus 2011.

Het hof heeft vastgesteld dat de vorderingen van de geïntimeerde niet apart aan de orde zijn gesteld tijdens de verificatievergadering. De rechter-commissaris heeft de lijst van erkende vorderingen voorgelezen, waaruit bleek dat er geen betwiste vorderingen waren. De appellante heeft geen bezwaar gemaakt tegen de erkenning van de vorderingen, wat heeft geleid tot de conclusie dat de vordering van de geïntimeerde ad € 6.718,06 terecht was erkend.

Het hof heeft de grieven van de appellante verworpen en het vonnis van de rechtbank, waarin de vordering van de geïntimeerde werd erkend, bekrachtigd. De appellante is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 280,-- aan verschotten en € 948,-- aan salaris voor de advocaat. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Arrest d.d. 22 november 2011
Zaaknummer 200.076.032/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [appellante],
advocaat: mr. G.A. de Boer, kantoorhoudende te Meppel,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. J.M. Pol, kantoorhoudende te Assen.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 16 augustus 2011 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Bij bedoeld tussenarrest heeft het hof de zaak naar de rol verwezen teneinde [appellante] in de gelegenheid te stellen het proces-verbaal van de verificatievergadering d.d. 18 januari 2008 over te leggen.
[appellante] heeft bij akte d.d. 13 september 2011 het proces-verbaal van de verificatievergadering inzake WSNP-nummers R.05/84-85 van [appellante] en [X], beide wonende te [adres] overgelegd. Uit dit proces-verbaal blijkt dat bedoelde verificatievergadering is gehouden op 14 februari 2008.
[geïntimeerde] heeft een antwoordakte genomen.
Vervolgens heeft [geïntimeerde] de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Nu uit het overgelegde proces-verbaal blijkt dat de verificatievergadering niet op 18 januari 2008 maar op 14 februari 2008 is gehouden, dient het tussenarrest d.d. 16 augustus 2011 in zoverre te worden verbeterd.
2. Uit het overgelegde proces-verbaal van de verificatievergadering blijkt niet dat de vorderingen van [geïntimeerde] apart aan de orde zijn gesteld.
Wel valt in het proces-verbaal de volgende alinea te lezen:
"De rechter-commissaris leest de door de bewindvoerder overgelegde lijst van voorlopig erkende preferente en concurrente vorderingen voor. Er zijn geen betwiste vorderingen. Daar niemand bezwaar maakt tegen de verificatie van de door de bewindvoerder ter verificatie voorgedragen vorderingen, brengt vervolgens de rechter-commissaris de niet betwiste vorderingen over op de lijst van erkende schuldeisers, welke lijst aan dit proces-verbaal wordt gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast moet worden beschouwd."
3. Bedoelde lijst is aan het proces-verbaal van de verificatievergadering gehecht. Op deze lijst komt de vordering van [geïntimeerde] ad € 6.718,06 voor.
4. Onder verwijzing naar hetgeen het hof in zijn tussenarrest d.d. 16 augustus 2011 heeft overwogen, brengt een en ander mede dat het door [appellante] gestelde omtrent de betwisting van de vordering niet is komen vast te staan, dat er wel degelijk een verificatievergadering heeft plaatsgevonden en dat de vordering ter verificatievergadering is erkend. Het door [appellante] gestelde omtrent extra betalingen is derhalve niet meer relevant.
5. De grieven zijn vergeefs voorgesteld.
De slotsom.
6. Het vonnis waarvan beroep dient te worden bekrachtigd met veroordeling van [appellante] als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: 1,5 punt tarief I).
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis d.d. 20 juli 2010, waarvan beroep;
veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak op € 280,-- aan verschotten en € 948,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. K.E. Mollema, voorzitter en mrs. J.H. Kuiper en M.C.D. Boon-Niks, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 22 november 2011 in bijzijn van de griffier.