ECLI:NL:GHLEE:2011:BU4095
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid in hoger beroep en schorsing uitvoerbaarheid bij voorraad in alimentatiezaak
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van de man in zijn hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Leeuwarden, waarin de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen is vastgesteld. De man heeft op 8 juli 2011 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 15 september 2010, maar stelt dat hij niet op de hoogte was van deze beschikking tot 28 juni 2011. De rechtbank had de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de man verplicht was om de alimentatie te betalen, ook al was er nog geen definitieve uitspraak in hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat de beschikking niet op de juiste wijze aan de man is verzonden, aangezien deze slechts per gewone post is verzonden en niet aangetekend, zoals vereist volgens de wet. Hierdoor is de man ontvankelijk in zijn hoger beroep, omdat de termijn voor het indienen van het beroep pas begint te lopen vanaf het moment dat de man daadwerkelijk op de hoogte was van de beschikking. Het hof heeft ook het verzoek van de man om de uitvoerbaarheid bij voorraad van de beschikking te schorsen behandeld, maar dit verzoek is ingetrokken tijdens de zitting.
De beslissing van het hof is dat het verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van de beschikking van de rechtbank wordt afgewezen. De man kan echter wel verder gaan met zijn hoger beroep, omdat hij tijdig heeft gereageerd op de beschikking, rekening houdend met de datum waarop hij deze heeft ontvangen. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.