ECLI:NL:GHLEE:2011:BU3255

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
24 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002012-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake gekwalificeerde diefstal met recidive

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 24 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor een soortgelijk misdrijf en heeft hoger beroep ingesteld tegen de opgelegde straf. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld en het vonnis waarvan beroep vernietigd. De verdachte is beschuldigd van gekwalificeerde diefstal, gepleegd op 3 juli 2010, waarbij hij samen met een mededader schoenen en kleding heeft weggenomen uit een winkel. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van goederen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, waarbij de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke delicten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft geacht. De verdachte is strafbaar verklaard, en het hof heeft een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd, wat hoger is dan de eerder opgelegde straf door de politierechter. Dit was gerechtvaardigd gezien de ernst van het feit en de recidive van de verdachte. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de beslissing is op 24 oktober 2011 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002012-10
Uitspraak d.d.: 24 oktober 2011
VERSTEK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 6 augustus 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1973],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 oktober 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot niet-ontvankelijk verklaring van verdachte, met toepassing van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, in zijn hoger beroep. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
De ontvankelijkheid van het hoger beroep
In het dossier bevindt zich een opgave van bezwaren zijdens de verdediging d.d. 10 december 2010.
Gelet hierop bestaat geen grond om toepassing te geven aan artikel 416, tweede lid, Sv.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 3 juli 2010, te [pleegplaats], althans in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit winkelbedrijf [winkelnaam] heeft weggenomen schoenen en/of kleding en/of riemen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [winkelnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan,
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 3 juli 2010 te [pleegplaats], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen in of uit een winkel, gelegen aan of bij het [straat], aldaar, een of meer (pa(a)r(en)) schoenen en/of kleding en/of riemen, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan het (winkel)bedrijf [winkelnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met zijn mededader, opzettelijk uit de winkelvoorraad van die winkel een/of meer (pa(a)r(en)) schoenen en/of kleding en/of riemen heeft gepakt en/of (vervolgens) een of meer alarmlabel(s) en/of prijskaartje(s) van die schoenen en/of kleding en/of riemen heeft verwijderd en/of (vervolgens) die schoenen en/of kleding en/of riemen onder/in een jas heeft gestopt en/of in een tas heeft gestopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair:
hij op 3 juli 2010, te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in winkelbedrijf [winkelnaam] heeft weggenomen schoenen en kleding en riemen, toebehorende aan winkelbedrijf [winkelnaam], zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen,
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangensistraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich, samen met zijn mededader, schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Winkeldiefstal is een delict, dat hinder, schade en ergernis veroorzaakt voor de gedupeerde ondernemer. De verdachte heeft kennelijk alleen gehandeld vanuit het oogpunt van eigen bevoordeling en heeft er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander. Daarbij komt dat verdachte met zijn mededader het misdrijf op een geraffineerde manier heeft voorbereid en uitgevoerd.
Voorts blijkt uit het de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 juli 2011 dat de verdachte vele malen is veroordeeld ter zake van soortgelijke vermogensdelicten.
Het hof is op grond van het bovenstaande van oordeel dat, uit een oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van het door de verdachte begane strafbare feit de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden passend en noodzakelijk is. Deze gevangenisstraf is van langere duur dan door de politierechter is opgelegd, doch die straf doet onvoldoende recht aan de ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de mate van recidive die blijkt uit het de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 43a, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter,
mr. W.M. van Schuijlenburg en mr. B.F. Keulen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van G.G. Eisma, griffier,
en op 24 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. B.F. Keulen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.