Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000553-11
Uitspraak d.d.: 24 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 14 maart 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1991],
ingeschreven te [woonplaats], [adres],
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel.
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 oktober 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. A. Allersma, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 24 juli 2010 te [plaats], althans in de gemeente[gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), heeft geslagen (in en/of tegen diens nek/hals), waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 24 juli 2010 te [plaats], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), heeft geslagen tegen diens nek, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezen verklaarde levert op:
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Op 24 juli 2010 bezocht verdachte het Truckstarfestival te [plaats]. Verdachte verkeerde onder invloed van alcohol en wilde met blikjes bier het festivalterrein betreden. Toen hem te verstaan was gegeven dat dit verboden was, werd verdachte kwaad. Verdachte werd door beveiligers van het terrein geleid. Na aanvankelijk mee te hebben gelopen werd verdachte boos. Beveiligers verklaren dat verdachte schuimbekte en woest was.
Wanneer beveiliger [slachtoffer] ingrijpt wordt hij door verdachte geslagen.
Uit een uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 22 juli 2011 blijkt dat verdachte eerder ter zake van soortgelijke geweldsdelicten is veroordeeld.
Gelet op het vorenstaande en voorts nu het geweld is gericht tegen een beveiliger die aanwezig was om de orde te bewaren en toezicht te houden op de naleving van de regels omtrent het festival, is het hof van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is.
Gezien de huidige detentie van verdachte, de veroordelingen tot onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen waarmee het hof op grond van artikel 63 Sr rekening houdt, de door verdachte ter terechtzitting geschetste ontwikkeling op het gebied van verdachtes alcoholverslaving en uit een oogpunt van preventie, zal het hof voormelde gevangenisstraf geheel voorwaardelijk opleggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter,
mr. P.J.M. van den Bergh en mr. B.F. Keulen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van G.G. Eisma, griffier,
en op 24 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. B.F. Keulen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.