ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1971

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
24 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000381-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over mishandeling met geldboete en vervangende hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 24 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte was beschuldigd van mishandeling van een persoon op 17 april 2009 in de gemeente [gemeente]. De tenlastelegging hield in dat de verdachte opzettelijk een persoon, te weten [slachtoffer], in het gezicht had geslagen, waardoor deze pijn ondervond. Tijdens de zitting op 10 oktober 2011 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een geldboete van 300 euro, subsidiair 6 dagen vervangende hechtenis, had geëist. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. D. Jakobs, heeft ook haar standpunt naar voren gebracht.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het vonnis niet voldeed aan de vereisten van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de mishandeling zoals ten laste gelegd, maar heeft ook rekening gehouden met het tijdsverloop, het incidentele karakter van de gedraging en het feit dat het slachtoffer geen letsel had opgelopen.

Daarom heeft het hof besloten om een geldboete van 150 euro op te leggen, subsidiair 3 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft de artikelen 23, 24, 24c en 300 van het Wetboek van Strafrecht toegepast, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde. De beslissing van het hof is op 24 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij mr. B.F. Keulen niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000381-11
Uitspraak d.d.: 24 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 16 februari 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1965],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 oktober 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een geldboete van 300 euro subsidiair 6 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsvrouw, mr. D. Jakobs, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het vonnis op de voet van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering is aangetekend en daarom niet de in hoger beroep voorgeschreven vermeldingen bevat.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
verdachte op of omstreeks 17 april 2009, te en in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], in het gezicht, althans tegen het lichaam heeft geslagen, waardoor deze werd gewond en/of pijn ondervond.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
verdachte op 17 april 2009, te en in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze pijn ondervond.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezen verklaarde levert op:
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en haar draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 17 april 2009 schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer].
Gelet op het tijdsverloop, het incidentele karakter van de gedraging en de omstandigheid dat [slachtoffer] geen letsel heeft opgelopen als gevolg van de mishandeling, is het hof van oordeel dat kan worden volstaan met oplegging van een geldboete van 150 euro subsidiair 3 dagen vervangende hechtenis.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 150,00 (honderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 (drie) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. B.J.J. Melssen, voorzitter,
mr. P.J.M. van den Bergh en mr. B.F. Keulen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van G.G. Eisma, griffier,
en op 24 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. B.F. Keulen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.