4. Met inachtneming van hetgeen hiervoor ten aanzien van de grieven 1 tot en met 5 is overwogen - welke grieven op zichzelf niet tot vernietiging van het bestreden vonnis kunnen leiden - en mede gelet op hetgeen in dit hoger beroep nog is komen vast te staan kan van het volgende worden uitgegaan.
4.1 Ronma Holding B.V. handelt onder de naam [X]. In 2001 heeft [geïntimeerde] in het kader van de bouw van een nieuw woonhuis [appellante] werkzaamheden laten uitvoeren, waaronder het aanleggen van buitenterrassen en trappen.
De op de terrassen en de trappen aangebrachte tegels lieten los. [geïntimeerde] heeft [appellante] terzake aangesproken en gedagvaard voor de rechtbank Almelo.
4.2 Tijdens de procedure bij de rechtbank Almelo heeft [geïntimeerde] een deel van de terrassen waaraan [appellante] had gewerkt (terras aan de voorkant) door een derde laten herstellen. Hij heeft daarvoor keramische tegels gekocht waarvan de prijs gelijk was aan de prijs van de natuurstenen tegels die door [appellante] waren verwerkt. Voor het uitvoeren van deze herstelwerkzaamheden heeft [geïntimeerde] een bedrag van € 4.921,59 incl. BTW betaald (factuur van 21 augustus 2009, betaaltermijn 14 dagen). [geïntimeerde] heeft toen ook al tegels gekocht voor de rest van de terrassen en voor de trappen (aan de achterkant en de zijkant van de woning). Voor alle toen geleverde tegels heeft [geïntimeerde] een bedrag van € 15.455,60 incl. BTW betaald (factuur 14 juli 2009 met een betaaltermijn van acht dagen).
4.3 De rechtbank Almelo heeft in het kader van de tussen partijen gevoerde bodemprocedure een deskundigenonderzoek gelast. De deskundige heeft voor het ontstaan van de schade aan het tegelwerk van de lage terrassen en trappen als hoofdoorzaak het inwaterende detail op de overgang verticale naar horizontale betegeling aangewezen. De rechtbank heeft de conclusies van de deskundige overgenomen en [appellante] aansprakelijk geacht voor de gebreken, waarbij de rechtbank in r.o 3.2.2 van haar eindvonnis van 21 juli 2010 onder meer heeft overwogen dat '[geïntimeerde] en [appellante] het erover eens zijn dat [appellante] al het horizontale en verticale tegelwerk heeft verricht, dit afgezien van nadere discussie over het al dan niet betegelen door [appellante] van een terrasgedeelte groot ongeveer 56 m2.'
4.4 De rechtbank Almelo heeft bij eindvonnis van 21 juli 2010, zoals hersteld bij vonnis van 22 september 2010 onder meer beslist:
'I Verklaart voor recht dat [appellante] ten opzicht van [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen met betrekking tot de aanleg van de lage terrassen en trappen van het landhuis van [geïntimeerde] aan [adres] en dientengevolge aansprakelijk is voor de hieruit voor [geïntimeerde] voortvloeiende schade.
II Veroordeelt [appellante] aan [geïntimeerde] te betalen - op te maken bij staat - de schade die [geïntimeerde] als gevolg van de toerekenbare tekortkoming omschreven sub I van het dictum heeft geleden en nog zal lijden met betrekking tot de door [appellante] aangelegde lage terrassen en trappen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf het moment dat de individuele schadeposten zijn of zullen ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening.'
4.5 Van de in rechtsoverweging 4.4 genoemde vonnissen is geen hoger beroep ingesteld, zodat de vonnissen inmiddels in kracht van gewijsde zijn gegaan.
4.6 Partijen hebben vergeefs getracht om in onderling overleg tot een afwikkeling van de schade te komen. Vervolgens heeft [geïntimeerde] geen schadestaatprocedure aanhangig gemaakt, maar [appellante] gedagvaard in kort geding.