ECLI:NL:GHLEE:2011:BR2399
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- J.M. Rowel- Van der Linde
- J.H. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van voormalige directeur voor onbeheerd achterlaten van ontbonden vennootschap
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de voormalige directeur van een ontbonden vennootschap, [geïntimeerde] Vleeswaren B.V., voor het onbeheerd achterlaten van deze vennootschap. De appellant, [appellant], heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Assen, waarin zijn vordering tot betaling van een bedrag van € 8.060,58 door de ontbonden vennootschap werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van wanbeleid door de voormalige directeur, waardoor de vennootschap niet in staat zou zijn geweest om aan haar verplichtingen te voldoen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [geïntimeerde] Vleeswaren B.V. was eerder veroordeeld tot betaling aan [appellant] van een geldbedrag, maar is op 2 september 2004 failliet verklaard. Dit faillissement is later vernietigd. De vennootschap is op 15 oktober 2008 ontbonden door de Kamer van Koophandel, omdat zij niet voldeed aan haar verplichtingen, waaronder het indienen van jaarstukken en het betalen van vennootschapsbelasting. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ontbinding van de vennootschap op goede gronden heeft plaatsgevonden en dat er geen causaal verband is tussen het handelen van de voormalige directeur en de vordering van [appellant].
Het hof heeft de grieven van [appellant] beoordeeld en geconcludeerd dat niet is aangetoond dat de vennootschap door wanbeleid van de voormalige directeur niet in staat was om aan haar verplichtingen te voldoen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van causaal verband in aansprakelijkheidskwesties met betrekking tot vennootschappen en hun bestuurders.