ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ8773
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep inzake proceskostenveroordeling
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de appellanten tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen, uitgesproken op 26 november 2010. De appellanten hebben hoger beroep ingesteld met betrekking tot de proceskostenveroordeling die in het vonnis was opgenomen. Het Gerechtshof Leeuwarden heeft op 21 juni 2011 geoordeeld dat de vordering van de appellanten niet boven de appelgrens van € 1.750,- uitkomt, aangezien het geschil enkel betrekking heeft op de proceskosten. De voorzieningenrechter had in eerste aanleg de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De appellanten hebben in hun memorie van grieven verzocht om het vonnis te vernietigen en de geïntimeerde te veroordelen in de kosten van de procedure. De geïntimeerde heeft verweer gevoerd en verzocht om het vonnis te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten geen argumenten hebben aangedragen die het aannemelijk maken dat het financiële belang van de zaak de appelgrens overschrijdt. De proceskosten, bestaande uit het salaris van de advocaat en de verschotten, blijven onder de grens van € 1.750,-. Hierdoor heeft het hof de appellanten niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Tevens zijn de appellanten veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde zijn begroot op € 632,- voor het salaris van de advocaat en € 284,- voor verschotten. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.