De beoordeling
Ten aanzien van de feiten
1. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.13) van genoemd kortgedingvonnis is geen grief ontwikkeld, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.
Het hof zal die feiten, voor zover voor de beoordeling in hoger beroep van belang, hierna herhalen.
1.1. [appellant] huurt vanaf februari 2002 een kamer in de woning gelegen aan [adres] van [geïntimeerde].
Behoudens de kamer die [appellant] huurt, zijn er vier kamers die ook door [geïntimeerde] worden verhuurd. Twee daarvan zijn gelegen op de begane grond en twee daarvan op de verdieping waar de door [appellant] gehuurde kamer ligt.
1.2. [geïntimeerde] heeft vanaf begin 2010 diverse klachten en meldingen ontvangen van
zijn huurders maar ook van omwonenden. Het betrof geluidsoverlast (zowel overdag als ‘s nachts) door muziek die [appellant] veel te hard had aanstaan, fysieke agressie van [appellant] (trappen, slaan, en bonken tegen deuren en muren), hard gelach en gescheld, vernielingen en bedreigingen van [appellant].
1.3. Bij brief van 1 februari 2010 heeft [geïntimeerde] de huurovereenkomst met [appellant] per direct opgezegd. Deze opzegging is door [appellant] niet geaccepteerd.
1.4. In een brief van 22 juli 2010 hebben de huurders [huurder 1], [huurder 2], [huurder 3]
en [huurder 4] aan [geïntimeerde] laten weten dat de situatie in huis al maanden dreigend en onhoudbaar is geworden door het gedrag van [appellant].
1.5. Medebewoonster [huurder 3], die een kamer huurde naast de kamer van [appellant], is eind juli 2010 verhuisd naar de benedenverdieping vanwege het gedrag van [appellant].
1.6. Gedurende de afgelopen maanden hebben de medebewoners contact gehad met
[appellant] en met verschillende instanties, zoals het meldpunt overlast Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en de wijkagent.
1.7. Op 13 september 2010 heeft [geïntimeerde] aangifte gedaan bij de politie ter zake van eenvoudige mishandeling op 1 september 2010 door [appellant].
1.8. Op 20 september2010 heeft de huurcommissie het verzoek van [appellant] om de huurprijs van € 180,00 per maand op grond van het puntenaantal te verlagen naar € 110,00 per maand, na behandeling van de zaak ter zitting op 30 augustus 2010, afgewezen. Op het verzoek van [appellant] om de huurprijs tijdelijk te verminderen in verband met gebreken heeft de huurcommissie beslist dat de huurprijs met ingang van 1 september 2009 tijdelijk wordt verminderd tot € 59,21 per maand zolang het ernstige gebrek (lekkage aan het dak, op de vensterbank en bij de balkondeur) niet is verholpen.
1.9. In augustus/september 2010 hebben partijen met elkaar onderhandeld over beëindiging van de huurovereenkomst. [appellant] heeft daarbij aangegeven onder bepaalde voorwaarden wel bereid te zijn om andere woonruimte te accepteren.
1.10. Op één na hebben alle oorspronkelijke huurders de huur inmiddels opgezegd en zijn vertrokken.
1.11. [geïntimeerde] heeft nieuwe huurders aangetrokken en is met hen overeengekomen dat de huurovereenkomst geldt onder de voorwaarde dat [appellant] vertrekt.
[geïntimeerde] is door het vertrek van de huurders en de daaruit voorvloeiende leegstand in een financieel benarde positie beland waar het de exploitatie van het pand betreft.