ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ5152
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontheffing van het ouderlijk gezag over een minderjarige in het belang van de ontwikkeling van het kind
In deze zaak gaat het om de ontheffing van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kind, [kind], geboren op [2007]. De rechtbank Assen had eerder op 24 maart 2010 de moeder ontheven van het gezag en de voogdij opgedragen aan Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe. De ouders, die in hoger beroep zijn gegaan, hebben verzocht deze beschikking te vernietigen. Het hof heeft de zaak behandeld op 14 januari 2011, waarbij de ouders, hun advocaat en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en WSJ aanwezig waren.
De ouders hebben een belaste voorgeschiedenis, met onder andere mishandeling en verslavingsproblemen. Ondanks positieve ontwikkelingen in hun leven, zoals hulpverlening en begeleiding, oordeelt het hof dat zij onvoldoende opvoedingsvaardigheden bezitten om voor [kind] te zorgen. Het hof stelt vast dat de ouders niet in staat zijn om de zorg voor [kind] op zich te nemen, gezien hun beperkte leerbaarheid en inzicht in de ontwikkeling van een kind.
Het hof benadrukt dat het belang van [kind] voorop staat. De Raad voor de Kinderbescherming heeft aangegeven dat [kind] in een stabiele situatie in het pleeggezin verblijft en dat verdere veranderingen schadelijk voor hem kunnen zijn. De ouders hebben aangegeven open te staan voor hulp, maar het hof concludeert dat de ontheffing van het gezag noodzakelijk is voor de rust en duidelijkheid in de situatie van [kind].
Uiteindelijk bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank, waarbij de ontheffing van het ouderlijk gezag wordt gehandhaafd. Deze beslissing is genomen in het belang van de ontwikkeling en stabiliteit van [kind].