ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ4834
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.C.W. Rang
- H.J.M. Boukema
- R.J.Q. Klomp
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van in bewaring gegeven geldbedrag door erfgenamen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, hebben de appellanten, bestaande uit 28 erfgenamen van de erflater, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De rechtbank had de appellanten niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering tot terugbetaling van een bedrag van € 24.957,91, dat volgens hen door de erflater aan de geïntimeerden in bewaring was gegeven. De appellanten voerden aan dat zij als deelgenoten van de nalatenschap een rechtsvordering konden instellen ten behoeve van de gemeenschap, ondanks dat niet alle erfgenamen als eisers optraden. De geïntimeerden, waaronder [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2], bestreden de ontvankelijkheid van de appellanten en voerden aan dat de vordering niet op eigen naam kon worden ingesteld. Het hof oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de appellanten niet-ontvankelijk waren. Het hof stelde vast dat de erflater een vordering had op de geïntimeerden en dat de appellanten, als deelgenoten, deze vordering op eigen naam konden instellen. Het hof liet de appellanten toe om bewijs te leveren dat de erflater in 1997 een bedrag van ƒ 125.000,= aan [geïntimeerde 2] in bewaring had gegeven. De zaak werd verwezen naar de rol voor het opgeven van verhinderdata voor getuigenverhoor. De beslissing over de kosten van het geding werd aangehouden.